50 Allen hebben dit echter met elkaar gemeen, dat zij de plasticiteit door schilderachtigheid temperden. Bij enkele is dit zoo ver gegaan, dat van plastiek bijna niet meer kan worden gesproken, waardoor een uitwas is ontstaan, even laakbaar als de te harde plastiek der 19e eeuw. Dat aan alle werken het gebrek kleeft van niet op juiste grootte te zijn ontworpen, is in hoofdstuk I reeds aangetoond. Is bij enkele penningen deze oorsprongsfout weinig merkbaar, bij vele wordt het karakter van verkleinde grootplastiek hinderlijk gevoeld. Ook heeft de gelijke mechanische be werking van alle stukken tot eentonigheid geleid. Ondanks deze bezwaren zijn vele penningen vervaardigd, welke onze volle belangstelling verdienen, zoowel uit een oogpunt van kunst als wegens het historisch belang. Van de voornaamste kunstenaars worden thans eenige hun ner werken genoemd. De als beeldhouwer opgeleide, jong gestorven medailleur J. H. Baars boetseerde het portret van Koningin Wilhelmina op den strooipenning van 1898 (Zw. Inh. 3). Zijn ontwerp voor den officieelen inhuldi gingspenning werd als tweede bekroond. De prijspenning der Koningin van hetzelfde jaar is uitstekend (Zw. Inh. 138). In 1899 boetseerde hij de borstbeelden van den hoofddirecteur van het Rijksmuseum Jhr B. W. F. van Riemsdijk (Zw. 60; afb. 59) en den beeldhouwer F. Leen- hoff (Zw. 61). M. Faddegon, stempelsnijder aan 's Rijks munt, maakte in 1898 een fraaie plaquette, waarop is afgebeeld de pro voost der muntgezellen Ruysch van Dugteren aan den arbeid (Zw. 1359; afb. 60). Portret en phantasie-volle entourage zijn beide smaakvol weergegeven. Uit hetzelfde jaar is zijn plaquette met het in toga gehulde borstbeeld van den Utrechtschen hoogleeraar J. A. C. Oudemans (Zw. 1357). De plaatsing van het opschrift is niet fraai, het portret daarentegen zeer goed. Van 1906 dateert zijn bekende Rembrandtpenning (Zw. 625), van 1907 de pen ning op Prof. B. H. Pekelharing (Zw. 807). De balans slaat in zijn werk wel wat sterk over naar het schilderachtige. De beeldhouwer Bart van Hove, hoogleeraar aan de Rijks-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 48