men het borstbeeld van den majoor der vrijwillige jagers E. W. van Dam van Isselt (1860; D. 822), van Jhr P. G. C. van Geusau te Maastricht (1860; D. 824) en van den Maas- trichtschen burgemeester H. J. W. van Aken van hetzelfde jaar (D. 825). Op zijn penning van Koning Willem III is het portret „en profil" genomen (1860; D. 832). Met J. P. M. Menger, stempelsnijder te Utrecht, van wiens penningen verscheidene door L. Jünger zijn ontworpen, wordt langzamerhand een nieuwe richting in de penning kunst merkbaar. Eerst werkte hij nog in den ouden trant, zooals blijkt uit zijn portretten van den Utrechtschen deken J. J. Putman (1871; Zw. 181), den muntmeester H. A. van den Wall Bake (1871; Zw. 194), den gedeputeerde van Overijsel Jhr Mr J. A. Sandberg (1879; Zw. 492), den generaal Karei van der Heyden (1881; Zw. 544). Toch is het reliëf reeds veel lager geworden. Zijn latere werken zijn echter in het geheel schilderachtiger behandeld, waar door een meer harmonisch resultaat is verkregen. Als voor beeld noemen wij den penning ter eere van P. J. van Dijk van Matenesse, burgemeester van Schiedam (1891; Zw. 949) en van Jhr Mr J. B. A. J. M. Verheyen (1896; Zw. 1241; afb. 58). In Frankrijk was omstreeks 1870 een nieuwe richting in de penningkunst ontstaan, welke brak met de sleur, waarin zij was vervallen. Het overdreven hooge reliëf, de hard heid van lijnen en vlakken, de scherpe tegenstelling van borstbeeld en penningveld, de stugge uitvoering, het on vriendelijke materiaal, dit alles werd verzacht, schilder achtig opgelost tot een evenwichtig, volkomen plastisch geheel. De voornaamste beoefenaars dezer nieuwe richting waren Chaplain en Roty. Ook in Nederland vond zij weldra aanhangers. Zagen wij reeds een flauw symptoom er van bij J. Elion, iets sterker bij J. P. M. Menger, volkomen doorgedrongen is deze nieuwe stijl in de werken van een groep kunstenaars, waarvan eenigen meer medailleurs, anderen meer beeldhouwers waren. Sommigen zijn hun Fransche voorgangers op den voet gevolgd, anderen zijn meer zich zelf gebleven en hebben een eigen stijl gevormd. 49 Penningen 4

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 47