48
kabinet te Amsterdam, zijn de uitmuntende penningen op
de schilders J. W. Pieneman (1853; D. 742; afb. 55) en
Ary Scheffer (1862; D. 873).
J. P. Menger, eveneens stempelsnijder aan 's Rijks munt,
sneed den penning ter eere van Cornelis Broere, hooglee
raar te Warmond, welke een uitstekend portret toont in een
drooge uitvoering (1860; D. 829). Bijzonder goed is het
borstbeeld van zijn collega en leermeester D. van der Kei
len (1874; Zw. 342; afb. 56) en de naar ontwerp van
L. Jünger gesneden kop van den bouwmeester Dr P. J. H.
Cuypers (1885; Zw. 653). In denzelfden geest, alleen nog
naturalistischer, is het portret van den dichter Jan van
Beers (1886; Zw. 692).
Het euvel van het te hooge reliëf komt sterk uit in het
werk van den Amsterdamschen medailleur J. Elion, waar
toe behooren de penningen op Koningin Anna Paulowna
bij haar overlijden in 1865 (Zw. 28), Prins Frederik der
Nederlanden (1866; Zw. 71), den schrijver Jacob van
Lennep, zonder omschrift, waardoor het stuk minder stijf
is (1866; Zw. 77), den Amsterdamschen boekhandelaar en
antiquaar Jacobus Radink (1867; Zw. 89; afb. 57), de
ministers Mr J. Heemskerk (1868; Zw. 118) en J. P. J. A.
Graaf van Zuylen van Nyevelt (1868; Zw. 119). In minder
hoog reliëf is het portret van Arie Vlielander uitgevoerd
1870; Zw. 177)welk voordeel echter wordt te niet gedaan
door den saaien rand. Zijn penning met het borstbeeld van
den Amsterdamschen burgemeester Mr G. van Tienhoven is
weinig geslaagd als portret en slecht van stofuitdrukking
(1883; Zw. 618). Toch voelt men er in een, zij het zwakke,
poging tot vernieuwing van de in een sleur geraakte kunst.
Van zijn vader S. C. Elion verdienen vermelding zijn pen
ning van 1856 op Mr M. C. van Hall, President der Arr.
Rechtbank te Amsterdam (D. 775) en zijn dubbelportret
van de beide Pienemans van 1860 (D. 837). Ook hij paste
een veel te hoogen reliëfstijl toe.
Karei Wiener, in Venlo geboren, maar meestal in Brussel
werkzaam, heeft enkele weinig geslaagde penningen ge
maakt met het portret recht naar voren gewend. Wij noe-