47 allegorie heeft bewogen. Zijn portretpenninkje op Wil lem V van 1787 komt niet boven het middelmatige uit. (Verv. v. L. 701). In de 19e eeuw bereikte de Nederlandsche penningkunst haar dieptepunt. De meeste stukken uit dien tijd lijden aan het euvel, dat de in zwaar reliëf uitgevoerde en dof gehou den borstbeelden niet meer een organisch geheel vormen met het gladde, glimmende penningveld; zij zijn er als het ware opgelegd, in plaats van er uit gekomen. Dit bezwaar wordt in vele gevallen nog geaccentueerd door een betrek kelijk breeden, verhoogden rand, waarop de stijf gemodel leerde letters zijn geplaatst. Ten slotte is dit weinig artis tiek geheel meestal uitgevoerd in brons van een vervelende, chocolade-achtige kleur zonder de levendigheid van toon, welke het metaal juist zoo mooi kan maken. Ondanks deze bezwaren zijn sommige kunstenaars er in geslaagd, pen ningen, boven het middelmatige uitkomend, te vervaar digen. Zoo sneed D. van der Keilen, stempelsnijder aan de munt te Utrecht, in 1831 een krachtig portret van Bilder- dijk (D. 452; afb. 53). Ook zijn penningen op J. D. C. C. W. Baron d'Ablaing van Giessenburg (1834; D. 487), Gijsbert Karei van Hogendorp (1834; D. 494), H. D. Guyot, bij het 50-jarig bestaan van het Instituut voor Doof stommen te Groningen (1840; D. 563), J. H. van der Palm, hoogleeraar in de theologie te Leiden (1840; D 570), den numismaat Jeronimo de Vries (1844; D. 626) zijn voorbeelden van goede portretkunst. P. Schouberg, eveneens als stempelsnijder aan de Utrechtsche munt werkzaam, maakte in 1842 een bijzon der geslaagd borstbeeld van P. Smidt van Gelder, ter ge legenheid van zijn 80en verjaardag, welken hij echter niet vermocht te beleven (D. 603; afb. 54). Van Jhr Mr J. W. van Vredenburch en zijn vrouw sneed hij goede portretten, echter weinig artistiek uitgevoerd (D. 607, 608). Ook zijn penning op I. J. Dermout, den secretaris der Alge- meene Synode, verdient vermelding (1845; D. 644). Van de hand van Ph. van der Keilen, eerst stempel snijder als zijn vader, later Directeur van 's Rijksprenten-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 45