ten uit, gemaakt in 1660 ter gelegenheid van zijn dood, is in zijn pakkend realisme bijna een caricatuur geworden. Meesterlijk is de man in zijn wanstaltige dikte weergegeven (Fr. 19). In scherp contrast daarmede staat de elegante figuur van den Prins van Oranje te paard, de hofvijver op den achtergrond, in hetzelfde jaar gegoten (Fr. 20). Ook de groote penning op De Ruyter van 1667 met het door sierlijk ornamentwerk omgeven wapen op de keerzijde, be hoort tot de beste stukken (Fr. 2222a). Daarna heeft Van Abeele nog drie portretpenningen ge maakt: een eenzijdig plaatje met het borstbeeld van Johan de Witt (1672; Fr. 23)een tweezijdigen penning op Wil lem III (1677; Fr. 2424a) en een groot tweezijdig exem plaar van 1678 met op de voorzijde de reeds besproken portretjes der vijf Oranje-prinsen in verkleind formaat, als zesde daaraan toegevoegd dat van Philips Willem, den oudsten zoon van Willem I; op de keerzijde de Faam (Fr. 2525a). Deze drie uiterst zeldzame penningen zijn zeer zwak, waarschijnlijk een gevolg van den ouderdom des meesters. Toch moet deze zoowel wegens de eerder be handelde, als bij de historie- en familiepenningen nog te bespreken stukken, tot Nederland's grootste medailleurs worden gerekend. Zijn werk, dat hoofdzakelijk naar prenten is vervaardigd, is om deze reden niet te vergelijken met dat van Steven van Herwijck, die zelf zijn penningen ont wierp en een scheppend kunstenaar was van groot for maat; als uitvoerend kunstenaar stond Van Abeele echter op een zeer hoog peil. In mindere mate is dit het geval met den vierden medail- leur, die zich op het vervaardigen van plaquettepenningen toelegde, Wouter Muller. Evenals Lutma uit Emden af komstig, werd hij in 1641 lid van het Amsterdamsche zil- versmidsgilde. Eerst twaalf jaren later, in 1653, goot hij zijn eersten plaquettepenning, voorstellend Maarten Har- pertsz. Tromp, driekwart naar rechts gewend (Fr. 1-la lb). Boven hem houden twee bazuinblazende engeltjes een kroon. Ter weerszijden zijn palmtakken en oorlogstuig aangebracht. Onderaan een banderol, waarop: mijn hert 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 34