25
delijk kort daarop gevolgden dood. Hoewel hij niet zelf in
Polen is geweest, heeft hij een reeks penningen op leden
van het Poolsche vorstenhuis der Jagellonen naar portret
ten vervaardigd. Zijn meesterstuk is zonder twijfel het
magistrale, eenzijdige portret van den Utrechtschen bis
schop George van Egmont van 1558 (v. L. I, 47). In het
148 mm. groote rond wekt het naar links gewende borst
beeld met den aristocratischen kop en de mooiste handen,
ooit op een penning weergegeven, evenzeer onze bewon
dering, als de onovertroffen stofuitdrukking van den
wijden, met bont afgezetten mantel en de handschoenen.
Zelden ook zal men een omschrift met fraaier gevormde
letters zien dan op dit kostbare stuk, waarvan vele ver-
valschingen in omloop zijn.
Een tweede penning op denzelfden kerkvorst, eveneens van
1558, maar kleiner van afmeting (68 mm.) en tweezijdig,
geeft zijn portret in een rijk kerkelijk gewaad gehuld. Op
de keerzijde zijn weer de fijne handen afgebeeld, uit de
wolken komend en geldstukken uitstrooiend over een schil
derachtig landschap. Men weet niet wat mooier is, de voor-
of de keerzijde, welke volkomen bij elkaar passen en een
geheel vormen, als slechts de grootste aller medailleurs,
Pisanello, heeft geschapen (v. M. II, 403; afb. 9 en 10).
Uit de Utrechtsche periode stammen verder het geestige
portretje van Engelken Tols, een der mooiste vrouwenkop
jes, in metaal gegoten (1558; S. II, pl. XXII, 3)de for-
sche penning op Cornelis van Mierop, proost en aartsdia
ken van Utrecht, wiens krachtig, boersch type een wel zeer
scherpe tegenstelling vormt met den verfijnden bisschop
(1558; v. M. III, 125). Ten slotte die op den baljuw van
Utrecht, Gautier van Byler, in denzelfden trant als het por
tret van Van Mierop, beide met een uitstekend uitgevoerd
wapen op de keerzijde (1558; v. L. I, 26). Vlakverdee-
ling, omschrift, reliëfhoogte, alles is volkomen met elkaar
in evenwicht en vormt een harmonisch geheel. Deze vijf
penningen, hoogtepunten der medailleerkunst, zijn in Ne
derland door niemand overtroffen, zelfs niet benaderd;