beroemd jurist en humanist (S. I, pl. III, 4; afb. 2)zijn
jongen Mechelschen vriend Gillis Busleyden (S. I, pl.
V, 4).
Van de 17 penningen van Secundus' hand zijn drie nog niet
teruggevondentien kennen wij alleen uit niet zeer fraaie,
niet origineele afgietsels, meerendeels van lood. Slechts één
model in steen is overgebleven, het portret van Craneveld,
thans in het penningkabinet te 's Gravenhageverder een
drietal origineele bronzen afgietsels. Het is daarom niet
gemakkelijk een oordeel over de kunstwaarde der stukken
te vellen. Wat den stijl betreft merken wij op, dat het borst
beeld dikwijls driekwart naar één zijde is gewend, terwijl de
kop steeds geheel „en profil" is; de gelaatsuitdrukking is
zeer expressief en natuurgetrouw, zonder eenige hardheid
van lijn, maar toch volkomen duidelijk van omtrek; het
reliëf is zeer laag gehouden. De stofuitdrukking is wel het
minst geslaagd. Een invloed uit Duitschland, waar zoo
vaak steenen en houten modellen zijn gebruikt, is onmis
kenbaar. Het groote belang van Secundus' werk ligt, meer
nog dan in de waarlijk niet geringe kunstwaarde, in het
feit, dat hij ons een reeks portretten van geleerden uit dit
steeds boeiende tijdperk heeft geschonken, portretten,
welke waar en eerlijk zijn.
Evenmin als Secundus was de in 1522 te Leuven geboren
archeoloog Antoine Morillon medailleur van beroep. Van
dezen amateur zijn twee portretpenningen bekend, één met
het borstbeeld van Seneca, zeer naturalistisch opgevat in
een laag gehouden reliëf en opvallend ver uit het mid
den van het veld liggend naar links. De penning dateert
van 1543 (S. I, pl. VI, 1). Van hetzelfde jaar is de penning
met het naar links gewende borstbeeld van Christoffel van
Ewsum, den afgevaardigde der Groninger Ommelanden te
Antwerpen (S. I, pl. VI, 3). Ook hier is de figuur uit het
midden naar links geplaatst. Of nog andere penningen
Morillon toegeschreven kunnen worden, is twijfelachtig.
Zeker is, dat zijn werk bij dat van Secundus in artistiek op
zicht achterstaat.
Een derde amateur-medailleur was de Middelburgscne
19