De meest geslaagde Vlissingsche gildepenningen zijn die
der pasteibakkers en der scheepsbouwers, beide van 1654
en van dezelfde hand. Op de voorzijden de flesch in een
kwabachtig uitgevoerde rolwerk-cartouche. Op de keer
zijde van den eerste, welke veel minder fraai is dan de
penning van het Middelburgsche gilde, een pauwenpastei,
taarten en gereedschap; op die van den andere, een schip
in aanbouw in een forsch reliëf. Daarboven een lam met
een vlaggetje, toespeling op den naam van den overdeken
Comelis Lampsins, bekend, omdat bij hem De Ruyter in
zijn jonge jaren in dienst was geweest (afb. 142 en 143).
De penningen van Goes zijn onbelangrijk, behalve die van
het chirurgijns- en apothekersgilde, welke weer door Looff
is ontworpen. Ook de zeldzame penningen van Zierikzee
hebben geen kunstwaarde. Sommige zijn van die van Mid
delburg afgegoten.
Sluis heeft een reeks penningen van bet kuipersgilde van
16921783, alle gegraveerd met gereedschap op de voor-,
initialen op de keerzijde. Die van 1739 steekt in qualiteit
ver boven de andere uit.
De gildepenningen van 's Hertogenbosch zijn meestal ge
graveerd; sommige exemplaren stuntelig, andere uitmun
tend. Op de voorzijde staat vaak de patroonheilige van het
gilde: St Aubertus, voor de bakkers; St Michiel, voor de
kleermakers; St Nicolaas, voor de kramers; St Lucas, voor
de verversSt Martinus, voor de oud-kleerekoopers en ook
voor de lintwevers, wier aardigen penning van 1736 wij
afbeelden onder no. 145. Zeer fraai zijn de groote pen
ningen van het schippersgilde, waarvan de oudste in 1683,
de jongste in het begin der 19e eeuw is gemaakt.
Ook in Maastricht werd de patroonheilige dikwijls op de
gildepenningen- afgebeeld. De uitvoering draagt bijna
steeds het karakter van volkskunst.
De gildepenningen van Arnhem, Nijmegen, Utrecht, De
venter, Kampen en Zwolle zijn verstoken van eenige kunst
waarde. Anders is het gesteld met vele Friesche exempla
ren. Enkele stukken van Leeuwarden, meer nog die van
Harlingen en Bolsward verdienen de volle belangstelling.
112