leerling Dolendo uitgevoerd naar ontwerp van Karei van Mander. Een waarschijnlijk Friesch zilversmid graveerde in 1645 een pennning, op welks voorzijde de Hoop in de gedaante van een op een anker rustende vrouw staat. De keerzijde beeldt de Fortuin af, staande op een walvisch, aan Callot ontleend. Techniek en conceptie van het 62 mm. groote stuk zijn uitmuntend. Tot slot vermelden wij een bijzonder fijn gegraveerden penning van den Groninger Balthasar Lölinck, in 1657 vervaardigd naar prenten van Aldegrever. De eene zijde stelt voor Susanna in het bad en de grijsaards, de keer zijde Pyramus en Thisbe (Cat. P.K. 864; pl. XIII; afb. 128). Wanneer wij naast deze keuze uit de gegraveerde 17e eeuw- sche stukken enkele gegoten sierpenningen willen plaat sen, komen zeker twee fraaie plaquettepenningen van Van Abeele en Muller daarvoor het meest in aanmerking. Van de hand van den eerste is een penning met twee kin dertjes te halven lijve, het eene lachend, het andere schreiend, beiden met een wereldbol in de hand. Zij vormen een allegorie op 's werelds ijdelheid. Deze voortreffelijke plaquetjes zijn uit de sterkste periode van den meester, omstreeks 16581659 (Fr. 3939a; afb. 131 en 132). Eén der best geslaagde penningen van Wouter Muller is samengesteld uit twee plaquetten, welke voorstellingen, op de rechtspraak betrekking hebbend, vertoonen. Op de eene wordt een gevangene door krijgslieden voor den op een troon gezeten keizer gevoerd. Op den achtergrond een exe cutie door onthoofding. Het gegraveerde omschrift luidt: Secundus spreekkend, dat syn Moeder neer dee sygen, straft, spyt des Keisers straf, syn wyse mond met swygen. De voorstelling slaat op de legende van een Pythagoreesch wijsgeer, die zijn eigen moeder huwde. Op de andere zijde geeft een knaap een bericht aan één uit een groep Ooster lingen. Op den achtergrond een executie door ophanging. Het omschrift luidtEen vondling om het geld draait voor syn heer een strop, 't Recht spreekt de meester vrij, en 105

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 103