der zeventiende eeuw. Ze zijn rijk met natuursteenen
blokken en banden gesierd en hebben eveneens sterk-
geprofileerde waterlijsten naar Haarlemschen trant.
De zielloos-gemetselde baksteen bewijst, dat er veel
aan de gevels is gelapt en de ingang is een averecht-
sche „vernieuwing in ouden stijl" uit de 80-er jaren
der vorige eeuw1). Een geestig trapgeveltje bezit het
huis hier tegenover, Oudegracht 243, met in het fries
van baksteenen vlechtwerk een gevelsteen (waarop
jaartal 1623) en gebeeldhouwde leeuwenmaskers. Ook
de sluitsteenen in de ontlastingsbogen zijn versierd.
Een fraaien trapgevel uit de eerste helft der 17de
eeuw bezit het perceel Oudegracht 114. Ook hier zijn
boven de vensters van de eerste verdieping ontlas
tingsbogen, boven die van de tweede strekken ge
metseld, iets wat we aan meer Alkmaarsche gevels
kunnen opmerken. Opvallend zijn de sierlijke ankers;
hiervan vindt men aan vele andere oude gevels
eveneens goede voorbeelden. Een grooten, maar door
pleister mismaakten trapgevel treffen we aan op den
Dijk, nr. 9, welke op den toppilaster een windvaan,
met een ruiter, vertoont. Een eenvoudige trapgevel
bezit het „Huis met den Luifel" in de Huigbrouwer-
straat, nr. 5. Twee trapgevels heeft het huis hoek
Mient-Waagplein, dat ook een merkwaardige, half
rond-uitgebouwde trapnis toont.
De laatstgenoemde gevels, hoewel niet van jaarstee-
nen voorzien, dateeren nog wel uit de eerste helft
van de 17de eeuw. In de tweede helft van die eeuw
wordt dit type spoedig schaarsch. Een goed voorbeeld
van een laten trapgevel geeft de kosterswoning
tegenover de Kapelkerk, Kapelsteeg hoek Laat. De
natuursteenen blokken zijn hier al verdwenen en
alleen nog toegepast in de ontlastingsbogen en
strekken boven de vensters, waarvan de sluitsteenen
i) In 1943 In ouden trant gerestaureerd.
74