besloten op 5 Mei 1573 daarin tijdelijk eenige
ingezetenen te huisvesten, die door afbraak van wo
ningen in het belang van de verdediging van de stad,
dakloos waren geworden. In 1574 ging de stad over
tot verkoop van de gebouwen aan particulieren. De
geheele zuidoosthoek kwam in 1576 in handen van
den gouverneur van het Noorderkwartier Diedrick
Sonoy, die er in hoogst-eigen persoon eenige jaren
heeft gewoond en hieraan is het te danken, dat het
schilderachtig geval nu nog den naam draagt van
Hof van Sonoy, hoevaak het sedert dien van eigenaar
is veranderd en uit- en inwendig werd verbouwd.
Want na Sonoy kwam het in bezit van de familie
Bardes, in welken tijd het complex verrijkt werd met
den fraaien, achtkanten toren, met koepelvormige
bekroning, die op Drebbels kaart van 1597 al zicht
baar is. Daarna werd het eigendom van een lid der
bekende familie Ramp. Later, in de 17de eeuw,
woonde er de oud-gouvemeur-generaal Comelis van
der Lijn. In het begin der 18de eeuw behoorde het
aan een tak van de Egmonds van der Nijenburg.
Toen dit geslacht uitstierf, kwam het in openbare
veiling en voor een luttele som gelds, 900 gulden!,
werden eigenaars een timmerman en een metselaar,
die waarschijnlijk heel blij warén, toen zij het ge
heel kort daarna met een zoet winstje, voor
totaal f. 2000.konden overdoen aan de Diaconie
der Ned. Hervormde Gemeente. Deze richtte de ge
bouwen in tot een tehuis voor oude mannen en
vrouwen, hetwelk er tot in dezen tijd gevestigd is
gebleven.
Hoewel er sinds twee eeuwen veel aan is verbouwd,
bleef dit monument als geheel intact, terwijl vele
belangwekkende onderdeelen nog getuigen van zijn
lange en aan lotswisselingen rijke geschiedenis. Van
de Nieuwesloot gezien omsluit het gebouw der
Diaconie met drie vleugels een binnenplaats, waartoe
51