geren deed bouwen onder leiding van den timmerman
Pieter Cornelisz. Kunst. Geheel origineel was deze
Kunst hier niet. De toren is in zijn bekroning dui
delijk een navolging van den door Joost Jansz. Bil-
hamer dertig jaar eerder ontworpen toren van de
Oude Kerk te Amsterdam, maar dat neemt niet weg,
dat zijn slanke spits uit het silhouet van de stad
niet meer weg te denken is. Dierbaar en vertrouwd
is ook de klank van zijn klokken, die, wanneer de
stadsbeiaardier het carillon bespeelt, een feestelijke
stemming strooien over het wijde plein, over de
grachten en in de smalle straten van Alkmaars oude
marktkwartier.
3. Tiet Ac,cijnshuis.
Een stad was vroeger een staat in 't klein, waar
binnen men zich niet zonder meer vestigen kon;
waar de burgers in hun handel en wandel aan tal-
looze voorschriften gebonden waren. Leven en bedrijf
waren er allerminst vrij. Het regende reglementen
en keuren in „dien goeden, ouden tijd". Ook de in-
en uitvoer, vooral en juist van de meest-noodzake-
lijke levensbehoeften, waren aan allerlei beperkende
bepalingen en meer of minder malsche belastingen
onderworpen. Men kende accijnzen („excijsen" heette
't meestal) op bier en wijn, op koren en vleeseh, op
hout en turf, op laken enzDe toegangswegen
waren gebarricadeerd door hameien en poorten, waar
al wat passeeren wilde, kon worden tegengehouden
en gecontroleerd. De Alkmaarsche poorten zijn alle
verdwenen; één hamei, n.1. die van de Schermerpoort
staat er nog. Dit z.g. Schermerhek wordt gevormd
door twee hardsteenen, vierkante pijlers, met en-
relief gehouwen schilden waarop de wapens der in
het jaar der oprichting, 1712, fungeerende burge
meesters zijn geschilderd. Boven op elke zuil troont
44