hoe anno 1500 kerkmeesteren van de Parochie Groote) Kerk het stadsbestuur, dat nogal kort bij kas was, aanboden om „in den name derzelver Kerke, zekere Renten op de voorschreven© Kerke te ver- koopen, en vande penningen die daer van komen zouden 't voorsohreve Stadhuis te repareren, ende daer in te maken een Halle, daer men zekere Koop manschappen op zoude mogen verkoopen, en daer op elk Gilde, in der Stede wezende, hare Peest en Jaerlykse Hoogtyd zoude mogen houden." Als tegenprestatie bedongen kerkmeesteren o.a. het „stalgeld" staangeld)dat de verhuring van stand plaatsen in de hal aan de kooplui zou opbrengen. Het stadsbestuur ging hiermede accoord, maar „voorts boven die voorsz. Halle moesten zij ook ordonneren ende doen maken een Kamer, daar de Burgemeesteren en andere van den Gerechte dage- lijx vergaderen ende te regte zitten zouden Hier is dus duidelijk sprake van een „reparatie" van het stadhuis, dus van een herstel, een verbouwing, zij het een ingrijpende, niet van een geheel nieuw gebouw. In 1508 lezen we: „In Maert deezes jaers was brandt in het 'Stadthuiszonder dat nadere bijzonderheden gegeven worden terwijl dan ver der wordt medegedeeld, op het jaar 1509: „Dit Jaer zoude de Oude Doele gebouwt zijn, alsmede het Stadt huis, dat 1520 volbouwt was." 2) In ieder geval moeten we aannemen, dat het in de jaren 1509—1520 ge bouwde het oostelijk gedeelte omvatte, dat blijkbaar in aansluiting was gebracht met wat van het weste lijk deel na den brand nog staande was gebleven. Op een schilderij van het beleg, gedateerd 1598, is te zien, dat dat westelijk deel een laat-Gothischen trapgevel bezat, te weerszijden geflankeerd met door pilasters gesteunde hoektoren-achtige pinakels. OEikelenbergBoomkamp, t.a.p. blz. 53. 2) Idem, blz. 54 38

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 39