blaren neerdwarrelen. Vijf gezellige houten ophaal
bruggen verhoogen 't ouderwetsche aspect van deze
gracht, die ook een „bocht" bezit gelijk de Amster-
damsche Heerengracht, zij het op bescheiden, klein
burgerlijke schaal, maar toch schoon en schilder
achtig.
Ongeveer evenwijdig aan de Oudegracht en evenals
deze de binnenstad in bijna haar geheele lengte
doorsnijdend, liep vroeger nog een andere, smallere,
minder deftig, maar in ieder geval echt en zelfs
wat haar naam bevestigt van nog antieker komaf
de Laat, voortgesproten uit een oude waterloop.
Daaraan woonden in de 17de en 18de eeuw geen
deftige regenten, maar daar rijden zich de knusse
huisjes aaneen van de kleine luiden, de nijvere
ambachtslieden en de bescheiden winkeliertjes.Langs
de smalle verweerde wallekanten stonden boomen,
die de schamelheid van vele geveltjes verdoezelden.
Er waren van afstand tot afstand knusse bruggetjes.
Het was niet grootsch, niet overweldigend mooi, maar
toch eerlijk en onvervalsoht. Toen werd in de zeven
tiger jaren der vorige eeuw het lange water gedempt.
De Laat werd een straat, een hopeloos valsch geval,
waar de huisjes nu opeens laag wegdoken ter
weerszij van de breede kaalheid, die het nieuwe
wegdek schaamteloos tentoonspreidde. Gelukkig is in
die wanverhouding geleidelijk verbetering gekomen,
doordat de Laat zich ontwikkelde tot een moderne
winkelstraat, waar tal van nieuwe panden verrezen,
aanzienlijk massiever en hooger, zoodat het geheel
nu een asfaltbaan met breede trottoirs vooral
wanneer het er druk en doenig is, een minder troos-
teloozen aanblik biedt dan voor enkele tientallen
jaren.
Maar ik wilde U het moderne, dat minder mooi is
(gelukkig is er ook zeer veel moderns, dat wèl mooi
is!) niet laten zien. Mijn taak was het, U het oud-
21