verkeer naar de stad belangrijke objecten in eigen hand en onder eigen toezicht. Talrijke veren ver zorgden in alle richtingen het vervoer van en naar de stad. Op marktdagen lagen de grachten vol schui ten met velerlei waren beladen en rolden de rij- en voertuigen denderend door de poorten van alle kan ten de stad binnen. De kleine burgerij, de winkeliers en herbergiers, de handwerks- en ambachtslieden leefden voor een goed deel van den boer en de land lieden op hun beurt vonden in de stad alles wat ze zochten, tot den notaris toe voor wien ze hun testa ment konden doen verlijden. Is het noodig dit alles hier te vertellen? Ja, want wie het karakter van een historische stad wil peilen, moet iets weten van het leven en beweeg, dat eens in haar straten, op haar pleinen en grachten heerschte en van den aard en het bedrijf der burgers, die eens daar woonden en werkten. Vanouds was Alkmaar blijkbaar steeds zeer aantrek kelijk voor vreemdelingen want reizigers uit allerlei landen hebben haar lof gezongen. We zouden de stad wel eens willen zien zooals zij haar eens zagen en dan wellicht beter de geestdrift begrijpen waarmee een onbekend Oldenburger, die anno 1790 er een bezoek bracht, uitriep: „Gem verlöre ich mich noch einmal in deine Schatten, o Alkmaar! wo man sich als Mensch fühlt, und seines Daseyns sich freut!" J) 14 i) Bemerkungen auf einer Reise naait Holland lm Jalire 1790. Oldenburg, 1792.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 15