nog steeds Kennemer- en Geesterpoort genoemd
lokken nog immer de Houten tot wandelen uit: ook
zij vormen een historisch monument, een immer
groeiende en bloeiende herinnering aan de onder
nemende burgers en wijze regeerders uit vroeger
eeuwen. Ook nu nog geldt goeddeels van de Alk
maarder Houten en parken langs de singels wat de
Fransche abbé Ooyer in 1769 schreef: „II y a hors
de la ville un jardin public, beaucoup plus grand
que les Tuileries, dans un goüt moitié francais,
moitié anglais, avec une prairie des troupeaux
dans le centre. On y a pratiqué une allée a la circon-
férence, orné dans toute son étendue de petites
maisons de campagne d'un canal. Tout cela jette
dans ce jardin une variété délicieuse."
„Welaan 't is tyd, men klimm' weêr op den wagen;
De Voerman staat gereed om voort te jaagen.
De zon vertoont zich met een blyde lach,
Beloovende ons een' aangenaamen dag.
De Schepper zy voor deeze gunst geprezen.
'k Begeef U noode, Alkmaar! schoon 't moet wezen;
Uw straaten en uw huizen net gebouwt;
Uw Kaasmerkt, en uw lommerryke Hout,
Uw zindlykheid en heldre watergrachten,
En fraajen stand, gaan traag uit myn gedachten".
(Claas Bruin, Noordhollandsche
Arkadia;Amst. 1732, blz. 307).
95