de toegangen tot stegen, tuinen en erven werden
dikwijls op sprekende wijze aangeduid door een meer
of minder monumentaal poortje, hetzij geheel los
staand, hetzij gevat in een muur. Een bekend Alk-
maarsch poortje werd reeds genoemd: dat van de
Diaconie der Hervormde Gemeente, aan de Nieuwe-
sloot. Niet minder bekend, maar tegenwoordig voor
oningewijden welhaast onvindbaar is het poortje van
de oude Latijnsche school. En dit is eigenlijk geen
echt poortje, maar oorspronkelijk een portiek. De La
tijnsche school werd in 1595 ondergebracht in kerk
en patershuis van het voormalige Jonge Bagijnhof.
In 1616 werd de ingang voorzien van een portiek, die
in die omgeving wonderwel paste: het is in streng-
klassicistischen geest uitgevoerd. Twee geblokte
zuilen dragen op imposten een rechthoekig hoofd
gestel waarin een rondboog is uitgespaard voor den
doorgang. Ook dit hoofdgestel is geblokt en toont
in het midden de Alkmaarsche burg en relief en het
jaartal 1616. Het geheel wordt bekroond door een
klassiek bovenstel: een architraaf met het Latijnsch
opschrift IOVE NATA MINBRVA (Minerva dochter
van Jupiter) tusschen de Grieksche woorden Theos
(God) en Archè (begin); dan elkaar afwisselende
triglyphen en metopen, welke laatste het opschrift
dragen :S. P. Q. A. Schola Publica, tenslotte een ge
profileerde „regula", die alles beschuttend afdekt.
Nadat de Latijnsche school in de 19de eeuw elders
werd gehuisvest, is het gebouw Stadsteekenschool
geworden, later Burgeravondschool, totdat in 1892
het geheel werd afgebroken. Het portiek werd toen
als poortje opgesteld in een muurtje aan de Nieuwe-
sloot. In 1924 verhuisde men het poortje naar de
Paternosterstraat en het werd ingang van het plein
tje naast het aldaar in een deel van het oude Bur
gerweeshuis gevestigde Gymnasium. Toen dit in 1939
een eigen home kreeg aan de Bergerhout, werd het
90