in hun camavalscostuums in alle huizen hun opwach
ting.
Op Terschelling is het rondgaan van de „Sun-
derums" altijd tot het Oosteind van het eiland be
perkt gebleven. Van de dorpjes Hee en Oosterend
af komen de als Sunderums verkleede mannen, soms
ook wel eens een vrouw, naar Midsland. Ze hebben
zich kostuums gemaakt van alles wat het eiland aan
bruikbare naturaliën oplevertheide en duinhelm,
stroo, schelpen en kippeveeren. Onderweg leggen zij
bij familie en kennissen bezoeken af, waarbij zij hun
stem zoo verdraaien, dat men hen niet herkent.
Op Schiermonnikoog draven op de avonden vlak
vóór December jong en oud van beide geslachten, ge
maskerd en wonderlijk toegetakeld, met wild rumoer
deur in, deur uit, en laten zich zwijgend in het lamp
licht bekijken. Het feest heet hier „Klozem", een
verbastering van Klaas-oom.
Het best is deze luidruchtige Sint Nicolaasviering
bewaard gebleven op Ameland, in de dorpen Hollum
en Nes, al gaat zij ook daar meer moderne carnavals
vormen aannemen. Op 4 Dec. treden de jongens van
twaalf tot achttien jaar als „de kleine Sinterklazen"
op, op 5 Dec. de mannen boven de achttien als de
groote. Beide avonden worden precies eender gevierd.
Voor de geboren Amelanders zijn dit de heerlijkste
avonden van het heele jaar.
Reeds weken te voren oefenen allen zich in het
toeteren op eeuwenoude buffelhorens en maken zij
in alle geheimzinnigheid hun sinterklaaspak gereed.
Op den avond van 5 December sluipen tegen de
schemering de mannen uit de huizen, gehuld in
beddelakens en gewapend met buffelhorens en knup
pels. Dit zijn „de baanvegers", die onder vervaarlijk
hoorngeloei meisjes en vrouwen en de jongens onder
de achttien jaar het huis injagen. Zijn de straten leeg,
97
7