slachtdag bij uitnemendheid, mogelijk omdat de boe
ren ervan houden hun werk op vaste dagen te stellen.
Het liedje zinspeelt erop
Sintre Maarten heeft 'n koe,
Die moet naar den slager toe.
Allerlei oogstgebruiken werden nu op Sint Maar
ten geconcentreerd.
Ook de schuddekorf was waarschijnlijk een dank
offer voor den oogst. Nog rolt men in den Eifel en
het Rijndal op Sint Maarten met stroo omwonden
korven brandende van de bergen af. Mogelijk waren
deze oorspronkelijk gevuld met vruchten van den
herfst.
Onze ganzen, in November slachtrijp, werden nu
ter eere van den Heilige genuttigd en Sint-Maartens
ganzen geheeten. Waarschijnlijk was de gans een oud
dankoffer voor den oogst; de Romeinen wijdden en
offerden haar aan Mars. Mogelijk heeft het Romein-
sche leger hier te lande dit ganzenoffer ingevoerd of
doen toenemen, terwijl de verwantschap van de na
men Mars en Martinus, d.i. man van Mars, de over
dracht op den laatste in de hand kan hebben gewerkt.
De gans was een profetische vogel; na den maaltijd
profeteerde men uit zijn borstbeen den winter; de
bruine kleur kondigde een strengen, de witte een
zachten winter aan.
In November waren de druiven geperst, werd de
most tot wijn. Door het uitspreken van de formule
Martijn, Martijn,
t'Avond most en morgen wijn
meende men deze verandering te kunnen bespoedigen.
Zoo werd Sint Maarten ook de patroon van de wijn
bouwers. Op zijn feestdag opende men de nieuwe
vaten, dronk men den nieuwen wijn. Hoe uitgelaten
82