Later gingen deze offers over in giften aan de kerk
en brooduitdeelingen aan de armen, welke deels nog
plaats hebben op kruispunten. Hier richtte men wel
hagelkruisen op, kleine van steen in Limburg en Bra
bant, hooge masten met dwarslat en houten haan in
top in Gelderland. Te Kilder (G.) heeft deze brood-
uitdeeling, met preek, plaats op Pinksterzondag in de
weide van een boerenhuis, dat het erve Hagelkruis
heet. Doch niet altijd hebben deze bedeelingen op
Pinksteren plaats, te Wehl en Hengelo (G.) houdt
men ze o.a. op Hemelvaartsdag. De verplichting daar
toe rust op een bepaald aantal boerderijen, waaraan in
de voormalige marken het volledig stemrecht was ver
bonden.
Wordt het Pinksterfeest nog tot Pinksterdinsdag
verlengd, het heeft ook een voorpretje in den Luilak
dag, het best bekend in Noord-Holland, vooral in de
volksbuurten van Amsterdam en aan de Zaan, waar
met „looielak" het huis geheel moet zijn schoonge
maakt en ook de molen stofschoon behoort te zijn.
Al een week vóór Pinksteren beginnen de jongens er
te rijden met z.g.n. korries, eigengemaakte lage wagen
tjes, waarop zij om beurten gaan zitten bij hun proef
ritten voor den Luilakochtend. Dan is de korrie be
laden met groene takken, vooral met brandnetels,
waarop de naam luilak is aangegaan. Aan de korrie
hangt een lange sliert van blikken en deksels, kapotte
emmers en teilen, die over de keien een helsch spek
takel maken, zeer geschikt om alle slapers te wekken.
Overal waar men een langslaper vermoedt, wordt aan
de bel gerukt en daaraan een bos brandnetels of doode
rat gehangen onder het zingen van
De looie lak,
De slaperige zak,
Van morgen niet vroeg opgestaan,
Je ken wel weer naar bed toe gaan.
77