af, Wilhelmina met goudsbloem als vrijster. Welk een
groote plaats de speculaas in hartvorm besloeg, toont
een plaatje van een koekwinkel uit de 18e eeuw (afb.
59). Geen wonder, want het geschenk van zulk een
hart van een jongen man aan een meisje stond gelijk
met een huwelijksaanzoekaan de Zaan worden deze
harten nog veel gebakken (afb. 60). Zaansch is ook
het aardige vruchtenmandje (afb. 61), dat men in de
Zaanstreek ook aantreft als versiering van het boven
licht der voordeur.
Honderd jaar geleden was de speculaas nog in
haar glorietijd, behoorde het koekvergulden tot de
traditioneele wintergenoegens van de Truitjes en
Toosjes der burgerkringen, zooals Hildebrand geestig
in zijn Camera Obscura verhaalt. Welk een rilling
ging hem door de leden, toen er een groote, ma
jestueuze dagbroer voor zijne eigene onbijgestane ver
antwoording werd gelegd (afb. 62). Doch voor een
halve eeuw bracht de invoering van Engelsche biscuits
de bakkers op het denkbeeld het speculaasdeeg met
metalen walsen in te drukken en af te snijden. Dit trof
samen met den veranderden smaak van het publiek,
dat boven de gekruide, vrij harde speculaas het broze
botergebak verkoos. Doch dit verliest zijn vorm bij
het bakken, de mooie oude prenten hadden nu geen
reden van bestaan meer.
De meeste zijn toen in den bakkersoven verstookt,
een aantal in onze musea en oudheidkamers onder
gebracht.
Geheel uit het gebruik verdwenen zijn de oude
sinterklaasprenten echter nog niet. Er is bijna geen
ouderwetsche koekbakkerszaak in ons land of zij heeft
op den zolder nog wel een paar kisten met prenten
staan. Als de groote feestdag nadert, wordt de heele
voorraad naar beneden gehaald om nogmaals dienst
103