„Bernardus minde de dalen, Benedictus de bergen, Franciscus de provincieplaatsen, Dominicus de beroemde steden". Fran ciscus hield van de kleine steden. Hij zocht de straten, omdat hij voor alles een volksprediker was. In de eenzaam heid lag zijn roeping niet. Natuurlijk beminden hij en zijn broeders de natuur, dat kleurig door God zelf geschreven boek. Bloemen en vogels, zon, maan en sterren waren zijn broeders en zusterszijn leven is één lofzang, één verheerlij king van Schepper en evenzeer van schepping. Maar zijn taak lag onder de menschen, hij bekommerde zich voor alles om het voornaamste schepsel zelf! Al meer dan duizend jaren had de Kerk de Goede Tijding gepredikt en zij had het groote ideaal nog niet bereikt, menschelijke zwakheid en velerlei tekortkomingen hadden haar zelfs doen wankelen. Maar de kleine man van Assisi, de luidruchte zanger op vrienden feesten en de ingekeerde boetedoener, de bedelaar om Gods wil, had zijn smalle schouders onder haar scheurende wanden gezet, zooals paus Honorius het immers in zijn droom gezien had, en de Kerk stond weer hecht en onwrik baar op haar rotsbodem. Franciscus was Haar te hulp ge komen en zijn volgelingen kwamen Haar dienaren bijstaan in de prediking van het Evangelie en de zorg voor de zielen. Zij waren geen monniken die zich geroepen voelden een besloten beschouwend leven te leiden, een leven van choor- gebed en studie, om op die manier indirect het heil der zielen te bevorderen, zooals de Benedictijnen, Cisterciënsers en Karthuizers dat deden, maar zij wilden direct en zonder uitstel tot het volk gaan. Daarom: stadskloosters om midden onder het volk te kunnen wonen en arbeiden, wel in gemeenschap en ook in armoede, dat is zonder eigen, met misschien het noodzakelijkste gemeenschappelijk bezit, maar niet in een streng claustrum volgens een regel die den monnik aanraadt toch zoo min mogelijk uit te gaan. Daarom bij zoo'n stadsklooster een flinke ruime kloosterkerk welke een groot aantal geloovigen, die wellicht den weg naar de parochiekerk vergeten zijn, bevatten kan. En daarvoor ook een gastenkwartier om reizigers, de armen vooral, en 93

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 91