Een groote prachtige Haarlemsche kaart uit de zeventiende eeuw toont eenige laatmiddeleeuwsche Gothische gebouwen die veel overeenkomst met den gewonen stadsklooster- bouw aanwijzen, een ietwat slanke luchtige baksteenbouw met pannen en leidaken, kruisboogvensters en gemoedelijke trapgeveltjes. Het bedrijf schijnt er niet zoo groot te zijn, de infirmerije, het eigenlijke ziekenhuis, valt niet op en het gasthuis, voornamelijk een permanente woon voor arme lieden is ook niet zoo heel groot. Trouwens in de fondatie - de Haarlemsche St Jansridder Dirk de Roeper stichtte het - wordt gesproken van „vijer cleyne huseker joff kameren" die getimmerd moeten worden „aen der hogher muren after onsen kereken endo infirmarijen te Haerlem". Dit was dus heel wat anders dan doortrekkende pelgrims een nacht onderdak verschaffen. En van het ziekenhuis wordt geen bizonder gewag gemaakt. Wanneer men in Haarlem van een ziekenhuis spreekt, dan gaat het steeds over „onsen siecke gasthuse" en dan wordt daarmee het Sint Elisabethgasthuis aan de groote Houtstraat be doeld; wordt het Sint Jansgasthuis genoemd dan bedoelt men de stichting van heer de Roeper, het armenonder- komen. In deze eommanderije zien wij in de Sint Jansridders dan ook veel meer de mi.de herbergiers en de deftige hotel houders voor adellijke lieden. Het Sint Janshuis was het elite hotel restaurant van de stad, en als zoodanig ingericht. De inventarisatie bij het aftreden van een commandeur in 1571 vermeld een groote zaal, een stadhouderskamer, commandeurskamer, 's graven zaal en een - doet het in dien tijd niet verwonderlijk aan?-ook een „roocamer" en 'n „blaeuwe" kamer, terwijl er nog andere kleuren worden opgenoemd. Vanzelfsprekend dat dergelijke vertrekken voor hoogstaande personagien werden gereserveerd. Die dan ook geregeld kwamen. Om te beginnen, mijnheere de graaf zelf met familie en gevolg. De graven van Holland zijn er om zoo te zeggen kind van den huize.Zij hadden zelfs gecontracteerd bij enkele schenkingen, dat zij met hun 88

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 86