vereenigingen zijn ontstaan. Paus Honorius III gaf in 1215
vrouwen die dit begeerden, toestemming om zich tot een
gemeenschap aaneen te sluiten, en aldus door het kerkelijk
gezag toegelaten en bevestigd, ontstonden de Begijnhoven,
parochies van Begijntjes die in afzonderlijke huisjes woonden.
Maar deze haardsteden waren bij elkander gebouwd met
een eigen kerk in haar midden, waaraan een eigen geestelijke
herder verbonden waszij hadden een eigen begraafplaats,
een eigen infirmerije, enz., een kloosterachtige nederzetting
dus, omsloten door een muur waarin een poort die 's daags
bewaakt werd door een „zuster poortierster" en 's nachts
gesloten werd, terwijl dan de sleutel bij de mater berustte.
Want de Begijntjes erkenden naast hun „pater" ook een
„mater" die de novicen aannam, toezag dat het regelement
onderhouden werd, en met den pastor den hof bestuurde.
Op die manier naderden zij dus toch weer het kloosterlijk
ideaal: afgescheiden van de wereld een geestelijk leven
leiden, ja eigenlijk volgden zij de oorspronkelijke klooster
methode, want eer Sint Benedictus het monastieke leven
voor het Westen systematiseerde, leefden de monachen,
vooral in het Oosten, op dezelfde wijze: ieder apart in een
kleine eellion, op eenigen afstand van elkander gebouwd,
terwijl zij slechts samen kwamen om de psalmen te reciteeren.
Dergelijke Begijnhoven vestigden zich al spoedig op veel
plaatsen in Vlaanderen, Brabant en Holland. In het tegen
woordige Nederland ontstond het eerste Begijnhof denkelijk
te Middelburg. Vóór het einde der dertiende eeuw waren
zij reeds in 's Gravenzande, Dordrecht, Haarlem, het Sticht
en 's Hertogenbosch te vinden; de steden van het Noorden
volgen al spoedig. In 1267 vangt de geschiedenis van het
Bredasche hof aan, het werd door Heer Hendrik van Breda
opgericht. Dit zegt ons dus, dat er vóór dien tijd al Begijntjes
gewoond hebben, maar niet in een verband, dus ieder op
eigen gelegenheid ergens in de stad.
Het hof door toedoen van den edelmoedigen Heer Hendrik
gefundeerd, lag niet op de plaats waar de huidige Begijnen
stichting te vinden is, nl. aan de Catharinastraat, neen het
67