zangkoor voor het altaar opgesteld, nl. in de canselruimte
tusschen de twee ambonen of zangstoelen bestemd voor
Evangelie en Epistelvoordracht. Maar later, toen die cansel
ruimte verdween en het Gothische choor met zijn gestoelten
er voor in de plaats kwam, plaatste men het koor, de naam
zegt het toch al, in het choor zelf en werden genoemde
Schriftlezingen van de in zwang gekomen afsluitings
galerij, het doxaal, gehouden, zooals men thans nog in
Utrecht kan zien. In het Zuiden noemt men het doxaal
ook gaarne „de Jubé" waarschijnlijk afgeleid van „Jube
domne benedicere!" (Gelief, heer, uw zegen te geven!) Men
ging er ook al spoedig het klein orgel op plaatsen, om
den choorzang te begeleiden (zooals ook in Utrecht gedaan
werd) en een gedeelte van de choorzangers, de schola, ging
ook al gauw op dit verhoog staan. Hier bleven de zangers
dan toch dicht bij het altaar en den choordienst en pas
veel later verhuisden zij in de meeste kerken naar het uiterste
Westelijk gedeelte, waar een z.g. „zangkoor" gebouwd werd,
een liturgische mistoestand die in vele thans te bouwen
kerken weer opgeheven wordt. Het doxaal van Ter Apel
is van kalksteen gebouwd en bepleisterd. De overkraagde
balustrade is rijk versierd met Gothische ornamenten, die
hier duidelijk de flamboyante sierlust van het uitgaand
middeleeuwseh getij laten zien. Aan de choorzijde is deze
versiering het best bewaard gebleven. De velden zijn met
een rijk traceerwerk gevuld en worden gescheiden door fijne
kolommetjes welke verbonden worden door ezelsbrugboogjes
met een voorname hogelversiering. In het middenveld, in
de mandorla, op een beelddrager, stond vroeger een Lieve
vrouwebeeld. De onderzijde is afgewerkt met druiventros-
rankenmotieven en een afhangende fries. Een kostelijk stuk
Gotisch handwerk en een lust voor de oogen, dit doxaal,
dat men hier in het Noorden niet zou verwachten. Trouwens
het choor bevat nog meer schoons uit den kortstondigen
kloosterbloeitijd. Daar is nog het overschot van een Sacra
mentshuisje en een nog geheel intact zijnde sedilia.
Het Sacramentshuis, ook al weer 'n onderdeel der kerkuit-
62