HET KRUISBROEDERS KLOOSTER TER APEL
Bïeef van de middeleeuwsche conventen, welke aan de
verwoestingen der drie voorgaande eeuwen ontsnapten,
meestal de kerk met een kruisgang gespaard, hier, bij dit
restant in een der schoonste gedeelten van het Groningsche
land, mogen we nog een stukje meer vinden, nl. twee
voorname gedeelten van de kloosterpanden zelf'. Het klooster
van Ter Apel! Geen beschrijving van landelijk Groningen
of ge zult dit oude sticht als „het voormalig Kruisdragers
klooster" genoemd zien, met een illustratie van het vooraan
zicht, een oude aardige gevel die half schuil gaat achter
een reusachtige beuk. En in een reeks als deze, waar het
speciaal om middeleeuwsche Godshuizen gaat, mag Ter
Apel zeker niet ontbreken. Het is een klein klooster uit de
Iaat-Gothiek, uit de laatste periode van een stijl die bijna
de eigen stijl der Kerk geworden zou zijnmaar hoe zeer
de Gothieke vormenschoonheid ook den geest van het
Christendom kan s> mboliseeren, de Kerk neemt toch geen
eigen bouworde aan, zooals zij b.v. wel een eigen muziek
heeft. Zij liet de haar dienende kunsten altijd vrij. De
kathedraal van Reims is haar eigen woning, maar zij voelt
zich even goed thuis in een modernen baksteenbouw of in
een betonconstructie. Want ten slotte blijft het zichtbare
gebouw toch maar een noodwendige bijzaak welke alleen
aan de eischcn: passend en waardig mo.t voldoen. Aan
deze eischen voldeed de Gothiek in hooge mate en wij,
Noorderlingen, vinden haar zeker passender en oneindig
veel waardiger dat de speelsclie grillige Barok, de vermoeien
de ongedurige Rococo waarin we de krachtige opstuwende
lijn missen. Ter Apel toont ons nog eens voor het laatst,
dat onze Noorderlijlce Gothiek den landaard trouw bleef.
Wij staan voor een schoone harmonieuze bouworde die
gekenmerkt wordt door wat we zouden willen noemen een
sierlijke soberheid. Alleen in enkele interieuronderdeelen
van de kerk komt het uit dat de flamboyancie ook tot hier
doordrong. Hebt ge dat wel eens opgemerkt, hoe die Neder-
58