als bouwstof te ordinair en het uit Frankrijk aangevoerde
marmer maar net goed genoeg zou zijn. Clairvaux herrees
in het Noorderland. Drie en twintig jaren konden de broeders
er aan bouwen, tijd en arbeid beteekenen niets voor den
monnik, alleen het resultaat wordt voor oogen gehouden.
En gerust mocht men door het lage Nederland roepen dat
geen kerk van de streek tusschen Eems en Lauwers schooner
was dan die van Aduard!
Het is moeilijk na te gaan in hoeverre dit Godshuis haar
origineel nabijkwam, beide kerken bestaan niet meer;
Aduard viel reeds lang geleden en de derde kerk van Clair
vaux, de oude Cisterciënserroem, werd een puinhoop. Maar
de laatste moet zeer veel overeenkomst met die van Pontigny,
een dochterklooster, vertoond hebben, en deze abdijkerk,
die ook de echte kerkbouwontwikkeling moest doormaken,
reeds in 1200 bouwde men een nieuw choor, biedt het type
van een groote royale laat-Romaansche basiliek: Choor
met kapellenkrans, dwarsschip met zijkapellen, langschip
en zijbeuken ingeleid door een narthex. "Vooral de dwarsbeuk
doet eigenaardig aan met zijn de kruisarmen omringende
zijkapellen, twee aan eiken vrijen kant, aan de Oostzijde
oorspronkelijk drie, waarvan die aan de choorzijde bij de
viering aansloot. Er bestaat in Nederland geen tempel
welke men als een goed voorbeeld voor zulk een basiliek
zou kunnen aanwijzen. Sint Servaas in Maastricht en de
munster van Roermond wijzen in die richting, maar de
vroegere Mariakerk van Utrecht zal haar zeker meer nabij
zijn gekomen. Een Fransche kathedraal in het NooTderland!
Welk een eigenaardigen imposanten indruk moet zulk een
monument op den landsbewoner, aan kleine nederige gods
huizen gewend, wel gemaakt hebben! Men verlieze ook de
prestatie van zulk een bouwen niet uit het oog! In een stad,
aan een stadskerk bouwde de gansche gemeente, offerde
een heele veste, hier bouwde slechts een kloostergemeenschap
haar huiskapel!
Slaan we meteen een blik op het vogelvluchtoverzicht van
Maulbronn in welks vormgeving wij gerust die van het Gro-
52