den choordienst en het altaar noodig zijn en voor het overige:
gebed op de eerste en arbeid op de tweede plaats. Twee
bezigheden die elkander afwisselen en aanvullen, bezig
heden die zelfs op den duur den vorm van de kloosterstich
ting bepalen, want de Cistereiënserabdij bestaat eigenlijk
hoofdzakelijk uit kerk en boerderij. Bij de overige kloosters
vinden we altijd een boerderij, maar dat is een bijgebouw
evenals het gastenhuis en het ziekenkwartier, bij de Cister-
ciënserstichting echter is zeker de helft van het terrein
door de hoeve met onmisbare schuren, stallen, wagen-
hokken, ingenomen. In het eerste klooster van Aduard
zullen we zeker een groote Friesche stins moeten zien,
een oud-Friesche hoeve met voorraadschuren, veestallen,
bergplaatsen voor landbouwwerktuigen enz., met een
kerk en een woonhuis. Gebed en arbeid. De kapel en het
land. Bovennatuur en natuur. De Cisterciënsers hebben
er een schoone harmonie van gemaakt. Een legende welke
ook aan de stichting van de Norbertijnenabdij van Berne
verbonden is, vertelt, dat op de plek waar Aduard eens
verrijzen zou, door sommige lieden in den avondlichten werden
waargenomen, geheimzinnig zwevende lampen; een teeken
dus, dat deze plaats gezegend en uitverkoren voor de
toekomst blijven zou; tevens waren deze mysterieuze ver
schijnselen voorteekenen van de toekomstige lichten die
daar eens schijnen zouden.
Hoe het leven van die kloostermannen is geweest laat de
dagorde van CïteaUx, waaraan men zich in Aduard zeker
gehouden heeft, in al haar harde onversaagdheid wel zien:
Men volgde er voor den Corner, dat is van Paschen tot 14
September het volgende programma: 2 uur in den morgen:
Opstaan. Metten en Laudenzang. Tusschentijd (xe be
steden aan particulier gebed, lezing, overweging.) 5 uur:
Primenzang. Kapittelvergadering. Arbeid. 9 uur: Tusschen
tijd. 9.15 uur: Terts, Hoogmis. Tusschentijd. 11 uur 15:
Sext. Middagmaal. Dankzegging. Noenrust. 1 uur 30
Noon, Vesperdronk. Arbeid. 5 uur: Vesper. Avondmaal.
Tusschentijd. 7 uur: Geestelijke lezing. Completen. 8 uur:
49