twee hooge puntgevelen, waarin de statige gedrukte spits
boogvensters zoo voornaam Hollandsch aandeden, zag staan.
Een gave harmonie moest hier voorai opvallen, die kalme
overeenstemming tusschen burger en kerkbouw, het woon
huis voor menschen en den tempel voor hun God. Dat
bemerken we vooral in den kloosterbouw van de Cister-
eiënsers en Benedictijnen, hier van de Norbertijnen, die
veel van Benediktus' regel overnamen, haast altijd: Er
is een groot onderscheid tusschen de gebouwen voor gewoon
menschelijk aardsch en voor zuiver religieus gebruik, en
toch bezitten zij een overeenstemming, sluiten zij zich
passend aan, alsof elke steen, zoowel van kerk, kapittelzaal
en saeristij als van refter, dormter, werkhuis of gasten-
kwartier, wilde aanduiden dat dit alles tezamen toch maar
voor één doel, den dienst en verheerlijking van onzen Heer
opgericht was. Zoo ook hier bij deze abdijer viel altijd een
precies onderscheid en tegelijkertijd een vaste eenheid,
een onafscheidelijk bij elkander hooren en aanpassen waar
te nemen.
Wie de Statenzaal nauwkeurig bekeek, kon, ook al was
hij geen onderlegd kenner van de geschiedenis der bouwstij
len, wel opmaken dat dit pand uit twee tijdperken moest
stammen. Dr Unger, de geleerde stadsarchivaris en schrijver
van het prachtige boek „De monumenten van Middelburg"
zegt, dat tusschen het boven- en benedendeel van dezen
gevel „een verschil van eeuwen gaapt". De parterre acht
hij Uit de dertiende en het bovenste gedeelte uit het begin
der zestiende eeuw. Beneden vertoont de achtermuur acht
Romaansche, in later tijd gedichte vensters met overblijfselen
van polychromie, terwijl de bovenhelft daarentegen de laat-
Gothiek aanwijst. Maar welk een imposanten indruk maakte
dit kloostergebuow op ons, de benedenzaal met haar spits
boogvensters, de verdieping met haar kruiskozijnen onder
dat hooge echt vaderlandsche dak, beplant met dakkapel
letjes. Hier zagen wij de macht en de rijkdom der abdije
verzinnebeeld! Dit was geen woonhuis voor eenvoudige
broeders, maar een paleis voor een heer en zijn hovelingen:
42