in een Gothieke wereld, men stond waarlijk te midden der
middeleeuwen, omringd door spitsboogvensters als vele
gevouwen handen, vensters met traeeeringen waartusschen
de onafscheidelijke steunbeeren, sterke wachters en be
schermers, de gewijde wanden als voor vallen moesten
behoeden. Misschien wilde een stille droomer wel gelooven
dat hij op een milden schemeravond hier het psalmodieeren
der monniken nog hooren kon.Maar zijn betoovering
moest wijken als hij zijn blik wat intenser op die steenen
statigheid vestigde. Leek dit alles wel zoo heel oud? Maar
hoe oud dan wel? Dertig, veertig jaren misschien? Och,
dan wist hij het meteende abdijgebouwen werden omstreeks
1900 voor het grootste gedeelte gerestaureerd en terugge
bracht in hun oorspronkelijken staat. En toen men aan dat
herstel begon, wat was er toen van de oude kruisgang nog
over gebleven? Een poover stuksken.... het Westelijke
gedeelte was eenigszins behouden, maar de andere zijden
en de bovenbouw werden toen opnieuw opgetrokken, ge
deeltelijk met gebruikmaking van oude fragmenten, hoofd
zakelijk die der gewelven, welke men, nog een geluk bij
een ongeluk, na de verwoesting, laconiek „afbraak" genoemd,
in een kelder had gesmeten omdat vervoer waarschijnlijk
te veel kosten en lasten veroorzaakt zou hebben.
Aan de Westzijde van den kloostergang staat een gebouw
dat weer eenigszins burgerlijk aandoet vergeleken bij dit
Gothieke gebed in steen, het was 't vroegere kanunniken-
verblijf dat later voor refter werd gebruikt, terwijl het na
de secularisatie achtereenvolgens ten dienste der Munt, der
Admiraliteit van Zeeland, van het Gerechtshof en zelfs
van het muziekliefhebbende publiek stond. Want tijdelijk
heeft men er een concertzaal van gemaakt en eindelijk na
1900 werd het benedenstuk als Statenzaal gebruikt. Van
den kloostergang en het binnenhof was dit pand slechts ten
deele te zien, maar hoeveel schooner vertoonde het zich
in zijn volle breedte aan de andere zijde, aan den Groen
marktkant. „Een prachtig gebouw!" mocht de toufist
zeggen, als hij het daar naast de nieuwe kerk met haar
41