waarin de abten hun verblijf hielden, herinneren er ons aan, dat de middeleeUwsche broeder die men tot abt koos van dienaar heer werd, een echte prelaat die dikwijls voorname bezoekers moest ontvangen, waartoe zijn eigen cel te klem en te gering was. Hoe voornaam deed dit bovendeel aan, met zijn hooge vensters in steenen kruiskozijnen gevat, het middelste vertrek, ,5de groöte salette" hooger gedekt dan de twee andere kamers welke zich plechtig de „camera abbatis" en het „refectorium superius abbatis" lieten noemen. Het was een huis dat zoo uit Brugge opgenomen en hier neergezet kon zijn. Trouwens hoe duidelijk valt die verwantschap in bouworde tusschen Vlaanderen en Zeeland waar te nemen! En wie goed om zich ziet, bemerkt ook onmiddellijk, dat de laatste medegedeeld heeft in den Engelschen invloed welken de eerste onderging. Het is zeer verklaarbaar dat de Zeeuwsche burgerij haar blikken naar het rijke en zich met weelde omtooiende Zuiden richtte. Denken we maar aan de poorters dezer veste, die in begees tering voor het Brusselsehe vroedschapshuis gestaan zullen hebben en toen de begeerte voelden opkomen om óók zoo'n stedehuis te bezitten. Wat Brussel kon, zou Middelburg ook wel weten te volbrengen! Het oude abbatiaat stond tegen den Munt of witten toren aangebouwd, in welks bovenverdieping de abt zijn bidkapel of oratorium had, of juister uitgedrukt: die toren is naast het abtshuis getimmerd, want hij is van later datum, deze breede steenen kubus die zoo op het eerste gezicht wel een onderbouw van een niet al te hoogen slanken kerktoren had kunnen zijn. Gedekt door een wimberg, stond hij daar als eerbiedig voor de woning van „minen heere" een schrede teruggeweken en toch weer meer kloosterachtig en religieus van uiterlijk dan de statenzaal die waarschijnlijk, ook al weer waarschijnlijk, de refter der tweede uitbreiding was en een meer burgerlijk profaan voorkomen had, en die bij dit pand een stapje vooruit had gedaan. Deze toren, 'n harmonische verbinding tusschen linker en rechtervleugels, was werkelijk mooi te noemen en het rustig bekijken meer dan waard. 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 37