Vrouwe werd haar schutspatrones terwijl Sint Nicolaas,
de patroon der zeelieden, haar tweede beschermheilige zou
worden. Zeker is, dat in 1123 de Reguliere Kanunniken
van St Augustinus er woonden en dat deze op gezag van
bisschop Godebald van Utrecht het klooster moesten over
geven aan de zonen van Norbertus, die dan meteen hun
intrede in het tegenwoordige Nederland doen. Zij kwamen
uit Antwerpen waar zij de ketterij van Tanchelm hadden
bestreden, en bewoonden dus het oudste gedeelte, het
eerste klooster, en dit omvat niet de rijzige muren die
wij van de Balans konden zien en met recht een uiterst
geschikt legendenspeltooneel durfden noemen. Vooreerst
dient hier bedacht te worden, dat deze groote uitgestrekte
gebouwenverzameling langzaam gegroeid is. Bijna alle
kloosters zijn zoo ontstaan, zij ontwikkelden zich uit een
eerste meestal bescheiden nederzetting, 'n kerk met woon
huis, een kapittelkamer met kloostergang, 'n paar werk-
huisjes of dienstgebouwtjes, terwijl een boerderij met schuur
en stallen toch ook onontbeerlijk bleek. Voor de gasten moest
er een apart verblijf komen, het woonhuis bleek al dra te
klein, het erf werd uitgelegd, een poorthuis „getimmerd"
zooals de echt middeleeuwsche uitdrukking luidt, en op
die wijze groeide een klooster uit tot een eigen dorp, ja
zelfs tot een kleine stad.
Er zijn in deze Middelburger abdij drie van zulke uitbreidings
periodes waar te nemen, drie vergrootingen, die deze
kapitale stichting haar aanschijn van vóór '40 gaven. Hier
op dit wijde sfeervolle Nederhof stond men op de derde en
laatste uitleg.
Het is natuurlijk ondoenlijk om in een boekje als dit een
volledig overzicht der abdijgebouwen te gevenzij zijn zoo
vele in getal en van zulk een uiteenloopenden aard, dat we
ons noodzakelijkerwijs tot de voornaamste moeten bepalen,
en die kunnen dan nog slechts genoemd worden om op eenige
hunner bijzonderheden te wijzen. Houden wij hierbij reke
ning dat er thans gedacht wordt aan den toestand der abdij
zooals die vóór den fatalen Meidag van '40 bestond! Laten
37