dwarspand afgescheiden. Een aanhangsel dat in liturgisch
en practisch opzicht tot niets diende. Nu kunnen we op
merken dat men in bepaalde gevallen dit tweede Westelijke
dwarspand behield, terwijl het onnutte aanhangchoor, een
eigenlijk choor was het niet, (alleen in de architektuur-
geschiedenis wordt het zoo genoemd) wegliet en dit tweede
dwarspand tot een zeer zwaren aanbouw ging oplossen,
een hoog en machtig voorstuk, geflankeerd door torens
en dikwijls ook door een toren bekroond. Uitstekende voor
beelden van zulke westerblokken bezitten we nog in de
Lieve Vrouwekerk en de Sint Servaes van Maastricht en
de vroegere abdijkerk van Thorn. Eigenaardig is het, dat de
oorspronkelijke toegangen van de narthex verdwenen,
zoodat men de kerk niet meer door het westerblok kon
betreden. De voorbouw van Kloosterrade, aanpassend
bij het gebouw zelf en dus minder kolossaal dan die van
bovengenoemde tempels, is tusschen de jaren 11381209
opgetrokken van kolenzandsteen in onregelmatig verband
en in later tijden veel gewijzigd. Geprofileerde lijsten welke
op een rondfriesboog steunen, teekenen de geledingen af,
de muren zijn voorzien van lisenen en boogstellingen
krachtig rijst deze middenbouw geflankeerd door lagere
neventorens op en wordt bekroond door een klokkentoren
uit 1604. Een toren die zich bij den Romaanschen vorm
heel goed voegt en die een groote overeenkomst vertoont
met de oude spits van den Romaanschen toren der middel-
eeuwsche Sint Nicolaaskerk van Amsterdam. Dat is dié
welke op de kaart van Cornelis Anthonisz waar te nemen is,
vóór Bilhamer zijn Renaissance lantaarn op den ouden onder
bouw plaatste.
Natuurlijk valt er over Kloosterrade nog veel mede te
deelen. Wij zouden de ontwikkeling der latere vormgeving
kunnen volgen, waarin b.v. middeleeuwsche resten opge
nomen werden, zooals de kruisgang aan de Noordzijde
der kerk, met haar fijne gekoppelde zuiltjes, de breede
torenaehtige aanbouw aan den Noordkant met zijn barokken
hoed, het oude abbatiaat, zou van nabij bekeken kunnen
33