aan toe„De kunst van een klooster aan te leggen, dat tot het
samenwonen van een groote menigte personen geschikt was,
verstonden ze echter niet. Ook nu rog (in 's schrijvers tijd)
is dit zelfde klooster den bewoners ongerieflijk en verschilt
het van andere kloostergebouwen".
Over deze Longobardische stijl liet volgendeHij ontstond
in de zesde en zevende eeuw in Italië, gedurende de heer
schappij der Gothen en Longobarden, waarin we een ver
menging van Oostersehe en Westersche elementen moeten
zien: de oud-Romeinsche basiliek met Byzantijnsche toe
voegingen en opvattingen. In dien tijd toch werden de
kunsten in het AVesten uitgeoefend door meesters uit het
Morgenland! En bij het doordringen en verbreiden van den
Romaanschen stijl in het Rijn-Maasgebied waarin ook
Kloosterrade ligt, vertoonden zich verschillende Oostersehe
elementen en ook Longobardische opvattingen. Dat het
oude Rolduc geheel in dezen stijl gebouwd zou zijn ge-
geweest is o. i. niet aannemelijk.
Op 13 December 1108, dat is ook al weer een jaar later,
kon die crypte ingewijd worden door Obbertus, de bisschop
van Luik, en toegewijd aan de Maagd Maria en den Aartsengel
Gabriel. En dan gaat het niet zoo wondersnel meer en lijkt
de opgave ons veel aannemelijker. In 1130 is het choor boven
de krocht, zooals de echt Nederlandsche naam luidt, klaar, en
ook gedekt door een steenen gewelf. Het overige gedeelte der
kerk is dan nog maar tot op manshoogte opgetrokken. De
diensten werden voorloopig in die crypte gehouden. Langzaam
uitbouwende van Oost naar West, bijna overal zien we
dezelfde werkwijze, komt het dwarspand in 1138 gereed,
in 1143 staan er twee traveeën van het schip met bijbehoo-
rende gedeelten der zijbeuken overwelfd, en de heele kerk
als driedeelige kruisbasiliek met krocht en Westbouw werd
in 1209 door bisschop Philips van Ratzeburg geconsa
creerd.
De oorspronkelijke plannen van den bouwmeester zouden
volgens de kunsthistorici nog eens gewijzigd zijn, zooals aan
de zijbeuken valt op te merken. Ailbertus zou een vlakke
28