men magere bleeke mystieke droomers dacht, zooals het in een ziekelijke romantieke periode voorgesteld werd, maar een huis, waarin men met een gestadige blijdschap woont. Reeds is een klein gedeelte van dit grootsche plan uitgevoerd. Op 4 September 1934 begon men een woonhuis, kapel en kapittelkamer te bouwen en op 23 Augustus van het vol gende jaar betrokken Oosterhoutsche monniken hun nieuw verblijf, dat voorloopig een priorij zou blijven. Wanneer in de toekomst de abdij in haar geheel voltooid zal zijn, wordt het huidige gedeelte,deze priorij, als hospitium gebruikt. Oude monumenten behouden en herstellen is voorwaar een schoone taak en in zekeren zin een cultureele plicht van het gansche volk te noemenen steeds verheugen wij er ons over, als men weer een molen, een oude schoone gevel of een kerk in veilige handen weet, om die steenen getuigen van onzen grooten tijd piëteitvol te kunnen overleveren aan een volgend geslacht. Maar voelen we niet een zelfde blijd schap in ons opkomen, als we ervaren dat leden en mede broeders van een Orde die eens de cultuur op ons heem bracht, in onzen tijd zoo'n oud nationaal bezit weer zullen doen herrijzen Torenrmnes 24

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 22