DE SINT ADELBERTUSABDIJ VAN EGMOND
De trotsch van het Hollandsche Graafschap, de glorie van
Kennemerland! Zoo doet de geschiedenis ons het aloude
Egmonder Benedictijnermonasterium kennen. Anno Domini
922 gesticht, werd het in 1573 door de mannen van Sonoy
verwoest, en in 1934 begon men dit roemruchte Godshuis
weer op te bouwen. De regale abdij is een stuk Hollandsche
historie, onafscheidbaar met de middeleeuwsche beschaving
van ons gewest verbonden. Zij werd een cultuurbron in
dagen toen van een eigenlijke beschaving langs onze Noor-
derstranden nog geen sprake was. De prior van het herrezen
Egmond heeft dit feit in een klein, uiterst bescheiden boekje:
„De abdij van Egmond en haar historische beteekenis"
met eenige rechtstreeksche bewijzen aangetoond. Deze
Christelijke nederzetting was eenmaal een rijke bron van
Godsdienst, wetenschap, kunsten en maatschappelijk welzijn.
En om dit alles, meer nog dan om de staatkundige beteekenis,
die ook niet gering is, verdient zij onze volle aandacht en
behoort zij als eerste van de Nederlandsche middeleeuwsche
kloosters genoemd te worden.
Wij zeiden in de voorrede, dat het goed is, wanneer wij ons
zoo nu en dan eens helder voor den geest halen wat ons
dierbaar heem bezeten heeft. Dit geldt zeker niet in de
laatste plaats voor de Egmonder abdij. Waarom? Dit
hopen wij u in deze kleine beschouwing duidelijk te maken.
Egmond een parel, de schoonste wel, in Hollandsch kroon!
Wij hebben dien naam wellicht onthouden uit ons eerste
Vaderlandsche geschiedenisboekje, waarin verteld werd, dat
boekenbezit in de middeleeuwen zoo'n kostbaar bezit was,
want „zij moesten alle met de hand geschreven worden."
Ja, wie tien boeken bezat mocht er met recht trotsch op
zijn, maar „de bibliotheek van de abdij van Egmond,
bezat in dien tijd reeds tweehonderd boeken!"
Een ruwe schets van haar geschiedenis:
De Engelsche diaken Adelbert, de heilige, komt ten tijde
van bisschop Willibrord naar de Nederlanden, om hier het
14