min of meer den indruk krijgt dat de collectie, hoe schoon
ook, toch maar kunstmatig samengesteld is. Het cultuur
historisch begrip, we zouden het ook „inzicht" kunneD
noemen, geeft aan het aesthetisch „zien" altijd een dieperen
zin. Maar kan het ook anders? Is naast hetgeen de
natuur ons toewees, de schoonheid van het eigen erf, onze
groene gouwen, onze blauwe wateren, onze lieflijke dorpen
en onze sfeervolle steden, datgene wat de cultuur door
den tijd wrocht, niet het beste wat wij ons zélf wisten
te verschaffen?
Broeder poortier
13