gegroeidde duinen waren begroeid met eiken en
gedrongen beuken, in de dalen groeiden de els, de wilg
en de berk. Naaldhout schijnt sporadisch voorgekomen
te zijn. Het is ongeveer hetzelfde landschap geweest,
dat wij nu nog aantreffen in de z.g. oude duinen, ten
westen van het gedenkteeken van het Huldtooneel te
Heemskerk, echter met dit verschil, dat de grond
waterspiegel sindsdien gedaald is, en de moerassigheid
van den boden; daardoor verdwenen is. Op verschil
lende plaatsen drong het zeewater door de duindalen
het land in, en vormde „slufters", die zooals thans
nog op Texel het geval is aan het landschap een
bijzondere schoonheid verleenden.
Vermoedelijk is eerst na den Romeinschen tijd in dit
alles verandering gekomen. Het zand van de groote
vlakten voor de kust werd door de toenemende wes
tenwinden naar de kust gestoven, en bedekte steeds
meer de oude begroeide duinen en veenplassen. Het
scherpe stuifzand en de stormen deden het grootste
deel der rijke vegetatie der oude duinen te gronde
gaan, de plantengroei verarmde en kreeg steeds meer
het karakter van dien der tegenwoordige zeeduinen,
waarop helm, duindoornen, tarwebiesgras de meest
voorkomende planten zijn.
Het aantal plaatsen, waarop de duinenrij onderbroken
was, werd door de vorming der nieuwe duinen niet
belangrijk beïnvloed. In het zuiden bleef de onder
breking door de delta's van Schelde, Maas en Waal,
op de plaats, waar tegenwoordig de Zeeuwsche- en
Zuid-Hollandsche Eilanden liggen, die echter in den
loop der eeuwen zoowel in aantal als in vorm belang
rijke wijzigingen hebben ondergaan. Bij het tegen
woordige Katwijk lag de mond van den Rijn, die bij
Dorestad (thans Wijk bij Duurstede), de belangrijke
handelsnederzetting uit den Romeinschen en Karolin-
gischen tijd, in noordwestelijke richting naar Utrecht
11