nog op vele oude kerken als windwijzer terugvinden,
om den toren tegen blikseminslag te beschermen. Boni-
facius trof bij Fulda op een Donarsberg een heiligdom
aan, dat hij kerstende door op die plaats een aan
Petrus gewijde kapel te stichten. De aan Petrus ge
wijde heiligdommen hebben ook op vele andere
plaatsen de aan Donar gewijde vervangen. De rol
die de haan in het leven van den apostel Petrus en
in het heidensche geloof aan Donar speelde zal hier
wel niet vreemd aan zijn. Ook de indeeling van de
kerkelijke feesten heeft den invloed van het Ger-
maansche heidendom ondergaan. Omstreeks midwin
tertijd vierden de Germanen hun Joelfeest, dat ver
scheidene weken duurde, ter eere van de aanstaande
wedergeboorte van het licht; ook het Christendom
kent in dien tijd verscheidene feesten, die daaraan
herinneren: St Maarten (n Nov.), dat met het ont
steken van vuren en een rondgang met fakkels (tegen
woordig lampions) gevierd werd, St Nicolaas, Kerst
mis, dat door zijn brandende kaarsen aan den kerst
boom nog zoo duidelijk aan een feest ter eere van de
wedergeboorte van het licht herinnert, en waarschijn
lijk ook Lichtmis (2 Febr.), wanneer in de Roomsch-
Katholieke kerken gewijde kaarsen, onder het zingen
van liederen, worden rondgedragen. Dit gebruik, dat
in de zesde eeuw werd ingesteld, had vermoedelijk
ten doel het volk af te houden van heidensche op
tochten, waarbij fakkels werden meegedragen. De
folklore kent nog vele gebruiken, die aan heidenschen
tijd herinneren: de St Jans- en de Paaschvuren, het
midwinterblazen in Twente, om er slechts enkele te
noemen.
Was het Christendom bij het volk niet veel meer dan
een uiterlijk iets gebleven, anders was dat bij de
mannen en vrouwen, die zich teruggetrokken hadden
83