HOOFDSTUK 111
HET CHRISTENDOM
Do uitbreiding van het Christendom in West-Europa
en de groote beschavende invloed, die van dit geloof
op de middeleeuwsche rijken en hun bevolking uit
ging, is wel een der merkwaardigste en aantrekke
lijkste hoofdstukken uit de geschiedenis der wereld.
Met meesterlijk beleid en bewonderenswaardige vol
harding heeft de Christelijke kerk de geweldige
taak volbracht, die zij zich in de kerstening van West-
Europa gesteld had. De geheele beschavingsgeschiede
nis der vroegste middeleeuwen draagt den stempel
daarvan. Voordat zij in staat was dit doel te bereiken,
had de Kerk een groeiproces moeten doormaken.
Doordat keizer Constantijn in het begin der vierde
eeuw de rechtspersoonlijkheid der Kerk erkend had,
was het haar mogelijk geworden haar invloed verder
uit te breiden. Hoewel toen ter tijd reeds een tiende
gedeelte van den grond van het Rijk aan de Christe
lijke Kerk schijnt toebehoord te hebben, versterkte
deze erkenning in hooge mate het aanzien der Kerk.
Daarnaast is het vooral de ontwikkeling van Rome tot
middelpunt der Westersche Christenheid geweest,
welke van grooten invloed zou zijn op den lateren
gang van zaken in West-Europa.
Innerlijke oneenigheid is de Kerk niet gespaard ge
bleven. Het is vooral de leer van Arius den pres
byter van Alexandrië geweest, die de Kerk vele
7i