boeren, die een eigen stukje grond hadden, waar
schijnlijk door ontginning in bouw- of hooiland her
schapen. Zij hadden géén stemrecht, maar hoefden
aanvankelijk ook géén belasting te betalen.
De dorpsgemeenschappen droegen een gesloten karak
ter. Volgens een oud wetsvoorschrift der Salische
Franken kon een vreemdeling slechts dan in een dorp
opgenomen worden, wanneer geen enkele inwoner
daartegen bezwaar maakte. Woonde echter iemand
gedurende 12 maanden in een dorp, zonder dat één
der stemgerechtigden daartegen bezwaar gemaakt
had, dan genoot hij na dezen tijd dezelfde bescher
ming als de andere dorpsgenooten. Blijkbaar werd met
dit rechtsartikel de positie der keuters en der am
bachtslieden geregeld.
Het hoevenstelsel wijst op een kenmerkenden trek in
het Germaansche volkslevenop de beteekenis, die er
aan het geslacht, aan den familieband, gehecht werd.
Ongetwijfeld is het aantal inwoners van een dorp, dat
b.v. 22 hoeven telde, grooter geweest dan het aantal
leden van 22 gezinnen. Niet alleen de stemgerechtigde
aanvoerder van het geslacht profiteerde van de hoeve,
ook de jongere broers en de zonen met hun gezinnen.
De afschuwelijke bloedwraak, welke ook de Germa
nen gekend hebben, wijst reeds op de beteekenis, die
men aan het geslacht als éénheid toekende. Ook
was, indien een tot het betalen van weergeld ver
oordeelde de som niet kon opbrengen, de familie
aansprakelijk voor de betaling hiervan. In sommige
dorpen in het Oosten des lands is het ook tot na de
middeleeuwen gewoonte geweest, dat, bij verkoop van
een boerenhoeve, de familie het recht van optie had,
om het goed voor de verkoopsom in te koopen en op
deze wijze te voorkomen, dat het bezit in handen van
vreemden kwam. Een merkwaardig geval, waaruit op
te maken valt, hoe groot de invloed van sommige ge-
42