weg langs den duinvoet, over Bakkum, Egmond-Bin-
nen, Rinnegom en Westdorp naar Schoorl. Waar
schijnlijk is dit laatste stuk door jongere duinen over-
stoven, en is daarom de weg langs de Voert naar Ber
gen en vandaar naar Schoorl verlegd. Van Schoorl
leidde de weg in noordwestelijke richting naar Groet
en dan vermoedelijk verder over de later weggeslagen
gronden ten westen van Petten en Callantsoog naar
Den Helder, waar waarschijnlijk bij het Fort Erfprins
nog een stuk van dezen ouden Heerenweg is terugge
vonden. Deze weg zou dan verder geloopen hebben
over Den Hoorn en Den Burg naar Oosterend op
Texel, waarna het verdere verloop niet meer terug te
vinden is. Opvallend is het veelvuldig voorkomen van
den vroeg-Germaanschen uitgang „heim" heem,
hem, um, en) in de plaatsnamen langs dezen weg:
Sassenheim, Hillegom, Heemstede, Haarlem, Castri-
cum, Bakkum, Rinnegom, Wimmenum, Bergen, Har
gen, Petten.
Van het splitsingspunt Castricum leidde een tweede
Heerenweg, die als Voort de Schulpvaart kruiste,
naar Limmen (later is deze weg vervangen door dien,
welke over den door Floris V geslechten Koogdijk
liep) en van Limmen over Heiloo naar Alkmaar.
Er zijn aanwijzingen, dat deze weg zijn vervolg had
over Noord-Scharwoude en Oudkarspel naar Scha-
gen, en vandaar (langs de Zijpe?) naar Wieringen,
en verder door de toen nog niet weggeslagen landen
naar Workum in Friesland, vanwaar de merkwaar
dige „Gravinneweg", (waarschijnlijk een oude weg,
die een smallen diluvialen zandrug volgde) oostwaarts
liep over Wijmbritseradeel en door het Sneeker Meer,
naar de hoogere zandgronden. Een andere weg leidde
van Alkmaar, over den Heer-Huygendijk, De Burgt
en Berkhout, naar Hoorn, en verder vermoedelijk over
Wognum, Opmeer, Hoogwoud en Haringhuizen naar
33
3