voeren van baggerwerk in de omgeving van Herwen
ten noorden van Lobith is men echter niet lang ge
leden op een groote steenmassa gestotenprofessor
Vollgraff meent hierin de restanten van de krib van
Drusus te mogen zien.
Deze krib werd in 70 n. Chr. door Claudius Civilis,
leider der in opstand gekomen Batavieren, vernield
om de achtervolging door de Romeinen te bemoei
lijken. Tacitus schrijft hierover: „Daar hij (d.w.z. Cl.
Civilis) de stad der Bataven niet met wapenen durfde
te verdedigen, deed hij meenemen alles wat draagbaar
was, stak het overige in brand en trok terug naar het
eiland (der Bataven) daar hij wist, dat er geen
schepen waren om een brug te bouwen en dat het
Romeinsche leger op geen andere wijze over (het
water) zou kunnen trekken. Ja zelfs vernielde hij ook
den dam, die door Drusus Germanicus gemaakt was en
deed den Rijn, door wegruiming van hetgeen belem
mering gaf, in een hellende bedding naar den Gal-
lischen kant stroomen".
Het dfleiden van het water langs de noordzijde der
Betuwe, door de smallere Rijnbedding, vrijwaarde de
Romeinsche legers, die naar Vechten trokken geens
zins tegen overstroomingen, zoodat verdere maatrege
len noodig waren, dan het doorwaadbaar maken van
de Waal. Holwerda, die zocht naar overblijfselen uit
den Romeinschen tijd, tusschen Nijmegen en Wijk
bij Duur,stede, teneinde den heerweg door de Betuwe
te ontdekken, vond langs de Linge talrijke overblijfse
len daarvan. Nu is de Linge, in haar bovenloop van
Resteren af, een merkwaardig riviertje. Het is door
een dijk in de lengterichting in tweeën gedeeld, in de
Rijn- en de Waalwetering. Deze dijk blijft de gezochte
Romeinsche heerweg geweest te zijn. De grond, noodig
voor het maken van den dijk, werd verkregen door het
graven van beide weteringen, op dezelfde wijze dus
»5