B ij BI z. 89. De oorspronkelijke tekst van dit deel van den
Heliand luidt
Thuoma
Thomas
gimalda
zeide
uuas
was
ïm
hem
githun gan
voortreffelijk
mann,
man
diurlic drohtines thegan-
dierbaar des Heeren degen
dad lahan," quathie,
daad laken," sprak hij
"ne sculun uui im thia
niet zullen wij hem zijn
niet
uuerman uui
weren wij
im thes
hem zijn
uuillien,
willen
ac uuita im uuonian mid,
doch welaan hem wonen wij mede
thuoloian mid üsson thiodnethat ist thegnes cust,
dulden met onzen Heer dat is des degens keus
that hie mid is frahon samad fasto gistande,
dat hij met zijn Heer samen vast staat
döie mid im thar an duom. Duan üs alla sö,
sterve met hem daarop in dood doen wij allen zoo
folgon im te thero ferdi: ni latan üse fera uuid thiu
volgen hem op zijn vaart niet laat ons leven wijders zijn
uuihts uuirdig, neba uui an them uuerode mid im,
iets waardig doch wij in hem weervolk met hem
döian mid üson drohtine. Than lêbot üs thoh duom after
sterven met onzen Heer dan leve ons tot dood achter
guod uuord for gumcn." Só uur dun thuo iungron Cristes,
goed woord onder menschen zoo worden dan jongeren Christi
erlos adalborana an ênuualden hugie.
den Heer gehoorzamend edelgeboornen eendrachtig in gedachten
herren
den Heer
te uuillien.
ter wille.
Onder den tekst is de Nederlandsche vertaling der woorden
zoo getrouw mogelijk toegevoegd. Den volledigen tekst van
den Heliand vindt men o.a. in de uitgave van Otto Behaghel
(uitg. Max Niemeyer, Halle a/d Saaie 1922) een mooie
Duitsche bewerking van den geheelen tekst is door Karl
Simrock gegeven (Insel-Verlag, Leipzig).
B ij B 1 z. 90. Aan het volk waren reeds vroeg zware schat
tingen opgelegd in naam der Kerk, waardoor haar rijkdom
108