B ij B 1 z. 67. Gosses constateert in zijn „Vorming van het Graafschap Holland" „Formeel behoorden de West-Friezen onder het Graafschap, evenals de gebieden Texla en Wiron". Reeds Dirk II is drager van het rijksgezag in de gouw Texla geweest. Dirk I was waarschijnlijk burcht-commandant bij de kustwacht tus- schen de Maas en het Vlie. Oorspronkelijk waren er moge lijk, naast Dirk I, nog andere graven in deze prefectuur. Op deze prefectuur steunden de aanspraken van de graven van Holland op het uitgebreide gebied. Bij B1 z. 69. Friesche Handel op Skandinavië. Sinds het jaar 500 dreven de Friezen handel met Zweden. De handels weg liep overland door Sleeswijk langs Hethehy. De Friezen hebben invloed op de kerstening van Zweden gehad. De namen van de voormalige eilandjes Munnikeholm en School- holm in Groningen wijzen op Zweedschen invloed in Fries land. Elfde-eeuwsch'e munten geslagen te Leeuwarden, Dok- kum, Bolsward, Stavoren, Midlum en Kuinre zijn gevonden in Polen en tot diep in Rusland. Bij B1 z. 71. Het Arianisme (dat de wezens-eenheid van Vader en Zoon loochende', welke eenheid echter op het concilie te Nicea in 325, waar Arius zijn groote nederlaag geleden had, tot dogma was verheven) zou stellig niet zoo veel aanhangers onder de Germanen verworven hebben, indien het zich niet ook in andere dingen van het Roomsch- Katholicisme onderscheiden had. In de eerste plaats gold dit onderscheid het ontbreken van dogma's en een grooteren eenvoud in de theologische grondslagen, waardoor het meer geschikt was om als volksgeloof onder de Germanen wortel te schieten, dan het Roomsch Katholicisme, dat zich steeds meer tot een op diepzinnige overwegingen gegrond geloof ging ontwikkelen. Bovendien stond het Arianisme het ge bruik van de volkstaal in de kerkelijke eerediensten toe, ter wijl de Katholieke Kerk vasthield aan het gebruik der heilige Latijnsche taal. Hieruit is te verklaren, dat de oudste vertaling van den bijbel in een Germaansche taal afkomstig is van een aanhanger van het Arianisme, den Gothischen bisschop Ulfilas. Al kwam het gebruik van de volkstaal de verbreiding van het Christendom onder de Germanen aan vankelijk zeer ten goede, de Roomsch-Katholieke Kerk was beducht, dat de eenheid van het geloof door het gebruik van meerdere talen verloren zou gaan, en hield daarom vast aan de handhaving van het gebruik van het Latijn, dat 103

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1947 | | pagina 105