HOOFDSTUK XI
DE GODSHUIZEN
Hieronder worden te Kampen begrepen alle in
richtingen, welke armenzorg ten doel hebben, dus
zoowel de gasthuizen, als de gestichten en hofjes,
hier „Vergaderingen" genoemd, die door particulier
initiatief in het leven werden geroepen. Hoewel deze
armenzorg oorspronkelijk tot de werkzaamheden
van de kerk Behoorde, van wie een vierde harer
inkomsten,, naar kanoniek recht, bestemd was voor
de armen, zieken en vreemdelingen, waren er ver
schillende redenen, dat deze zorg voor een deel
overgenomen werd door bijzondere personen, milde
en welgestelde burgers en hierbij moeten de
burgeressen niet vergeten worden die een deel
van hun vermogen bestemden voor deze „piae
causae", liefdadige inrichtingen of Godshuizen.
Door de kruistochten en de handelsbetrekkingen met
verre streken waren vele ziekten hier inheemsch
geworden, als pest en lepra, waarvan het aantal
lijders van jaar tot jaar toenam, zonder dat hier
tegen door kerk of overheid voldoende maatregelen
genomen werden. Bovendien schonk het den hier
op zoo'n snelle wijze rijk geworden burgers, van
wie velen zich in navolging der kloosters, in leeken-
broederschappen (als van den Heiligen Geest) ver-
eenigd hadden, gelegenheid om door zich het lot
van arme en zieke medemenschen aan te trekken,
een Godes welgevallig werk te doen. Het is dan ook
opvallend hoe talrijk de instellingen van weldadig
heid zijn, die tot het lenigen van nood en voor het
opnemen van ouden van dagen, vondelingen, ver-
80