De Broederpoort.
De hernieuwing van de Broederpoort loopt aan het
bovengeschetste parallel. Deze poort, die vroeger
aan het begin van de Broederstraat, op den Burg
wal, stond, werd in 1465, bij de stadsuitbreiding,
naar de tegenwoordige plek verplaatst.
Nog vóór den herbouw en verfraaiing van de
Cellebroederspoort door Thomas Berendtsz, kreeg de
Broederpoort twee jaar eerder, in 1615, haar renais
sance uiterlijk, naar plannen van denzelfden
bouwmeester. Het dadelijk opvallende verschil bij
deze poort, zijn de vier hoektorens, in plaats van
twee, terwijl deze voor de middentravee uitspringen.
Boven den ronden onderbouw vertoonen de torens
aan de stadzijde negen zijden van een regelmatigen
tienhoek, terwijl de twee torens aan de plantsoen
zijde, vanaf den grond in een regelmatigen achthoek
zijn opgetrokken.
Juist door het massale van dezen onderbouw met
vier torens, liet Thomas Berendtsz de rest van het
bouwwerk zoo sober mogelijk en toonde zich ook
hierdoor een meester met smaak. Want hoewel
derhalve deze poort minder rijk versierd is dan de
Cellebroederspoort, wint zij het in het oog van
velen door de elegante verhoudingen en de ranke
vormen, waarbij de geprofileerde voormetselingen
op de hoeken een fijn accent vormen. Het kleine
nisje boven de spitsboog aan de stadzijde stamt
nog uit vroeger eeuwen en zal een beeldje bevat
hebben, terwijl het gemetselde dakvenster van de
Cellebroederspoort, hier door een .eenvoudige gevel
top vervangen werd.
Het jaartalsteentje met 1714 herdenkt een verbou
wing van den westelijken gevel, die zeer betreu
renswaardig is. Allereerst werd de doorgangsopening
afgesloten met zware zandsteenstukken. Bovendien
78