en toch een geheel te verkrijgen, dat de eeuwen door een sieraad van de stad en een monument van bouwkunst voor het geheele land gebleven is. Dat niet het minst door de coloristische werking der gebruikte materialen, den rooden, frisschen bak steen, afgewisseld met breede zandsteenen banden. Onze oogen kunnen aan de stadzijde genieten van de zwierige krulornamenten, de maskers, den als sluitsteen benutten leeuwenkop en het sierlijke dakvenster met vleugelstukken, fries en schelp vormig fronton. De beide leeuwen met schilden aan weerskanten zijn hier later geplaatst en afkomstig van een andere poort. Van af de plantsoenzijde biedt het geheel eveneens een harmonischen aanblik. Een fraaie, uitgekraagde voormetseling, valt in het oog. Het doorloopende fries wordt links en rechts door mooi gebeeldhouwde maskers afgesloten, terwijl middenin een cartouche met het Kamperwapen prijkt en ook hier de krulornamenten niet ontbreken. Nog een enkel woord over het interieur. Dit werd op kundige wijze gedurende de laatste jaren (vanaf 1938 de poort zelf, in 1942 het interieur) door het stadsbestuur gerestaureerd. De muren werden ontdaan van de kalklaag, zoodat de warm roode baksteen weer voor den dag kwam, de ramen werden voorzien van glas-in-lood, deuren van eikenhout met oudijzer beslag werden aangebracht, terwijl eer reeds aanwezige, maar verknoeide laat-Gothische schouw hersteld werd. Bovendien werden de waar- delooze getimmerten van vroegere bewoning weg gebroken en verwijderd. Nu is het een stijlvolle ruimte, waar o.a. de oude beelden van het Oude Raadhuis, gevelsteenen en andere bouwfragmenten een ruime bergplaats gevonden hebben. 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1946 | | pagina 91