o.a. door het drapeniersgilde geschonken waren,
werden nog in de 19de eeuw aan uitdragers ver
kocht en vervangen door smakelooze gaskronen.
De Doopsgezinde kerk.
Over dit kerkgebouw kunnen wij kort zijn. Wij
noemen het volledigheidshalve, omdat het reeds
uit het laatst der 15de eeuw dateert en oorspron
kelijk de kerk was der Zwarte- of Cellezusters, die
hier haar aan St Anna gewijde nonnenklooster be
woonden. Van eenige bewaard gebleven schoonheid
is echter geen sprake en dit is een betreurens
waardig voorbeeld van piëteitlooze verbouwing en
stijllooze moderniseering. In hoofdzaak geschiedde
dit in 1846/1847, waarbij o.a. het gemetselde gewelf
door het tegenwoordige plafond werd vervangen,
doch ook nog betrekkelijk onlangs, in 1913, toen de
onbeduidende half-ronde ramen van gekleurd glas
in de zijgevels werden aangebracht.
Het eenige bewaard gebleven accessoire, dat nog de
aandacht waard is, is de preekstoel, die van 1611
dateert en een merkwaardig gemetselde wenteltrap
in een uitgebouwd steenen torentje.
Deze kerk diende, na de Reformatie tot 1808, als
bedehuis voor de Waalsche Gemeente, de bekende
Eglise Wallonne, die hier onder de notabelen der
stad vele leden telde. In 1823 werd het gebouw door
de Doopsgezinde Gemeente gekocht en is sedert
dien bij deze in gebruik.
De Luthersche kerk
Het kerkgebouw van de Ev. Luthersche Gemeente,
gelegen aan den Burgwal bij de Nieuwe Markt, moet
genoemd worden als een goed voorbeeld van klassi-
71