HOOFDSTUK IX
DE BROEDERKERK
Deze tweebeukige kerk was de vroegere klooster
kerk van de Minderbroeders, die op deze plaats een
zeer groot perceel bewoonden, dat begrensd door
Burgwal, Broederstraat en Boven Nieuwstraat, ook
de geheele tegenwoordige Nieuwe Markt omvatte,
de vroegere kloostertuin.
Dit klooster, dat reeds in 1325 bestond, had een
afwisselend bestaan, vol voor- en tegenspoed, werd
in de asch gelegd (1473), weer opgebouwd (tot
1490), beleefde een tijdperk van grooten bloei en
bekendheid, tot het in 1578 geplunderd en gedeel
telijk verwoest werd en de gebouwen en goederen,
na geseculariseerd te zijn, enkele jaren later door
de stad in bezit werden genomen.
De muren van den tuin langs den Burgwal en de
Nieuwstraat en de enkele daar aanwezige gebouwtjes
werden afgebroken (1627) en de vrijgekomen ruimte
tot stadsplein, de Nieuwe Markt, gemaakt.
De eenvoudige maar voor een kloosterkerk zeer
groote kerk, waarop voeger een toren stond
met uurwerk, heeft twee beuken met kruis
gewelven, gescheiden door negen ronde zuilen. Het
koor, met de twee koorafsluitingen aan de Boter
markt, werd van de kerk afgesloten (1811) en dit
gedeelte werd in den loop der jaren voor verschil
lende doeleinden gebruikt. Op het zuidelijk zadel
dak werd door den stadsarchitect Nicolaas Plomp
in 1842 een klokkentorentje aangebracht.
De hier eens aanwezige, prachtige koperen kaar
senkronen, fraaie stalen van geelgieterskunst, die
70